27 May 2019

Met parelwitte stranden en helderblauwe zee is Mauritius een echte bounty-bestemming. Maar er is nog veel meer te zien op dit tropische eiland! De natuur is er wonderschoon. Je vindt er vulkanische berglandschappen, prachtig aangelegde botanische tuinen, spectaculaire watervallen en verborgen grotten. Ontdek natuurlijk Mauritius! On top of the world Het bergachtige vulkaanlandschap van het binnenland van Mauritius leent zich perfect voor prachtige wandelingen. Met haar 812 meter is de berg Le Pouce de op twee na hoogste berg van het eiland. Het beklimmen van deze berg is zowel voor beginnende als geoefende wandelaars een mooie tocht. Vanaf de top heb je een schitterend uitzicht over de hoofdstad Port Louis en de rest van het eiland. Ook het Black River Gorges National Park is een fraai decor voor korte, lange, makkelijke en moeilijke wandelingen. Er loopt zo’n 60 kilometer aan wandelpaden door dit enorme park. De ongerepte natuur is het thuis van bijzondere plantensoorten en allerlei vogelsoorten die alleen op Mauritius voorkomen. Zo wonen er de roze duif, de knalgroene Mauritiusparkiet en de Mauritiaanse torenvalk. Bijkomen van de wandeling doe je bij één van de vele picknickplaatsen die door het hele park te vinden zijn. Bijzondere botanische tuinen De botanische tuin van Pamplemousses is de oudste botanische tuin op het zuidelijk halfrond. De tuin, niet ver van Port Louis, is meer dan 300 jaar geleden opgericht door de beroemde Franse botanicus Pierre Poivre. Je vindt er de bijzondere parasolwaaierpalm, die maar één keer in zijn leven bloeit, pas na zo’n 60 jaar. Na groots gebloeid te hebben, sterft de palm. Ook de botanische tuin in Curepipe is een bezoek waard. Deze tuin werd in 1870 aangelegd en herbergt een aantal zeldzame bomen en inheemse planten. De rivier die door de tuin loopt is een populaire plek om te vissen voor de lokale bevolking. De veelkleurige heuvels van Charamel De kleurrijke heuvels van Charamel zijn een absolute must-see. De maanachtige duinen van mineraalrijk vulkanisch zand kleuren roze, groen, steenrood, oranje, paars en grijs. Bezoek dit bijzondere natuurfenomeen bij zonsopgang of zonsondergang voor de mooiste kleuren. Neem ook zeker een kijkje bij de Chamarel-watervallen. Deze 100-meter hoge waterval is misschien wel de allermooiste waterval van Mauritius. Pont Bon Dieu Verborgen midden in een suikerrietveld bij Brisée Verdière ligt de grot Pont Bon Dieu. In deze natuurlijke grot van ongeveer 15 meter hoog en 20 meter breed nestelen zwaluwen en hebben wilde apen het goed naar hun zin. Met een prachtige omgeving en uitzicht op de zee is deze grot een onontdekt pareltje. Snorkelen en duiken Met schitterende koraalriffen en bijzondere vissoorten is Mauritius een waar snorkel- en duikparadijs, voor zowel de beginnende als de gevorderde duiker. Begroet de kleurrijke vissen gelijk vanaf het strand of maak een korte boottocht om de mooiste plekken te bereiken. Bij Gunner’s Coin spot je grote papegaaivissen en met een beetje geluk zwem je bij de enorme Walvisrots oog in oog met een hamerhaai. Voor beginnende duikers en snorkelfans is het Blue Bay Marine Park in het zuidoosten de uitgelezen plek om de onderwaterwereld te ontdekken.

25 October 2018

Ik roep altijd: Bangkok is mijn stad! Ik vind het daar geweldig, qua sfeer, drukte, dynamiek en het feit dat iedereen door elkaar leeft. Je hebt er markten langs vierbaans wegen en tempels op elke straathoek. Toch ben ik 3x in Thailand geweest en nooit verder gekomen dan de hoofdstad. Dus voor mij was 4x scheepsrecht! Want ik heb inmiddels ook het bijzondere platteland bezocht. Heel prettig is het dan als de reis begint met een vlucht met de nationale luchtvaartmaatschappij, Thai Airways. Je komt meteen in de Thaise sferen en ik word met mijn lengte altijd heel gelukkig van de beenruimte bij Aziatische maatschappijen. Helaas vliegt de Thaise maatschappij niet (meer) vanaf Amsterdam, dus eerst met de trein naar Zaventem bij Brussel. Hier stopt de intercity (vanaf Den Haag overstappen in Breda) direct onder het vliegveld, net als op Schiphol. Een prima verbinding! Bangkok is in de loop van de jaren wel en niet veranderd: er zijn snelwegen gebouwd boven de doorgaande wegen, er is een skytrain gebouwd waarmee je snel en comfortabel door de hele stad komt, maar tegelijk zijn er ook nog altijd de drukke, gezellige (avond)markten en alle geweldige bezienswaardigheden, zoals natuurlijk het Koninklijk Paleis met de Wat Phra Kheo en de Wat Po, met de grootste liggende Boeddha ter wereld. Een bijzondere manier om de stad te ontdekken is per fiets, omdat je dan in straatjes en kleinere markten komt waar het gewone leven plaatsvindt. Een andere manier is per longtailboat door de klongs (kanalen) van Bangkok te varen – veel transport en het dagelijkse leven speelt zich op en langs het water af, het is bijzonder om dit te kunnen zien. Tijdens mijn vorige bezoeken bleef ik ver weg van de stalletjes waar eten werd gekookt en verkocht, licht bezorgd als ik was over wat dit met mijn darmen zou doen. Nu heb ik op de avondmarkt in Chinatown heerlijk Birmees gegeten en geen last gehad. Ik kan het iedereen aanraden. Hoog op mijn verlanglijst stond het bezoek aan de River Kwai. Maar eerst maakten we een treinreis naar de Mae Klong market, waar de trein letterlijk over de markt loopt. Absurd, maar wel adembenemend dat dit allemaal goed gaat. In Kanchanaburi heb ik een bezoek aan de brug gebracht, bekend van de film “Bridge over the River Kwai”. Ongelooflijk wat er in de oorlogsjaren gebeurd is om deze brug door o.a. de krijgsgevangenen van de Japanse bezetters gebouwd te laten worden. De gruwelen die daarmee gepaard gingen zijn zorgvuldig gedocumenteerd in een museum, dat naast het ereveld ligt. Hier liggen honderden krijgsgevangenen begraven, die het niet overleefd hebben, waaronder een groot aantal Nederlanders. De volgende dag werd de voormalige hoofdstad van Thailand Ayutthaya bezocht, waar de VOC al in 1604 goede handelsbetrekkingen met het Thaise vorstenhuis wist op te bouwen. De hele stad staat tegenwoordig op de Unesco werelderfgoedlijst, vanwege de goed bewaard gebleven tempelcomplexen. De Chai Wattanaran was in 2007 decor bij “Wie is de Mol?”. ’s Avonds reden we met de nachtrein naar Nongkhai in het noordoosten van Thailand. De accommodatie aan boord is modern, met bedden in de rijrichting, door gordijntjes af te sluiten. Toiletten zijn netjes en er zijn wastafels om je op te frissen. In de ochtend kun je koffie bestellen en desgewenst iets te eten. Ik heb prima geslapen...! Ontbijten deed onze groep luxe in een hotel in Nongkhai. Daarna een prachtige route langs de Mekong Rivier naar Kaeng Khut Khu waar we met een longtailboat de rivier op gingen naar Chiang Khan. De rivier vormt de grens tussen Thailand en Laos, dus is het best bijzonder om zo dichtbij Laos te varen. Chiang Khan is een leuk dorpje met een gezellige winkelstraat, die vooral ’s avonds heel levendig is. Zoals overal in Thailand is de bevolking heel vriendelijk en – ik ben er op gaan letten – ze lachen inderdaad heel veel. Achteraf bezien kwamen we nu bij het hoogtepunt van de reis: de Sirila Farm, een proefboerderij, waar wordt onderzocht welke gewassen in dit gebied het beste gedijen. Er staan ook 4 zelfgemaakt safaritenten, die niet onder doen voor de luxe tenten die je in zuidelijk Afrika vindt. Maximaal kan er met 5 personen in een tent worden overnacht, waardoor er hypothetisch maximaal 20 mensen te gast zullen zijn. Een kleinschalige, zeer sfeervolle accommodatie waar je wordt verwend door de eigenaren en hun familie. Er is zeer beperkt elektriciteit (geen wifi), wat een feeërieke sfeer geeft als de zon is onder gegaan. De volgende ochtend maakten wij een fietstocht in de omgeving, waar we een schooltje hebben bezocht, een rubberplantage, een weefwerkplaats en een rijstfabriek. Een bijzondere fietstocht door het relaxte platteland van Thailand. ’s Middags een prachtige rit door het bergachtige gebied met onderweg bezoek aan de Wat Phra Si Sakew. Je ziet de enorme witte boeddha al van ver liggen. Eenmaal op het tempelcomplex blijken het 5 beelden te zijn, eerbetoon aan de 5 boeddha’s die de wereld tot nu toe gekend heeft. Het tempelcomplex is erg mooi, met Thaise porceleinen mozaïeken versierd. Vanuit Phitsanuloke vlogen wij met Air Asia naar Bangkok. Air Asia is een prima lowcost maatschappij, die niet onderdoet voor bijvoorbeeld Transavia en een groot netwerk in Zuidoost-Azië heeft. Dit keer bleven we niet in Bangkok, maar reden we in ca. 3 uur naar de badplaats Hua Hin, ooit door een Thaise koning gesticht die als kroonprins in Europa had gestudeerd en onder de indruk was van badplaatsen als Cannes en St. Tropez. Hij vond dat hij zijn gasten ook in dergelijke badplaatsen moest kunnen ontvangen als Bangkok te warm was. Hua Hin heeft goede hotels voor elk budget. Wij verbleven in het Amari hotel, tevens een van de beste ketens van Thailand. ’s Avonds natuurlijk nog wel even naar de night market, voor het diner en om de laatste souvenirs te scoren! Opvallend is dat deze avondmarkt niet heel groot is en gemoedelijker dan in Bangkok. Deze reis heeft echt mijn ogen geopend voor het land achter Bangkok. Het is ook prima te combineren met andere landen in Zuidoost-Azië, naast Laos ook Cambodja, Birma (Myanmar) en Vietnam. Ik ben wel van mening dat het het beste is om de tijd te nemen om het land echt in je op te nemen. De sfeer, de bevolking, de geuren… ik kan nu zeggen: Thailand is mijn land!

02 August 2018

Ik schrijf deze blog op het moment dat we in afwachting zijn van de tweede officiële hittegolf van 2018. In deze komkommertijd juichen de voorpagina's van de kranten dat Nederland massaal vakantie viert in eigen land. Tegelijkertijd "lopen de wachttijden op Schiphol op". Het is maar wat je wilt, gelukkig mogen we zelf uitmaken wat we in onze vrije tijd doen. Ikzelf woon op 10 minuten lopen van het Scheveningse strand. Ik kom er alleen in de winter, als de strandtenten afgebroken zijn en het strand verlaten is. En dan nog alleen om de hond te laten rennen. Meewarig kijk ik 's zomers naar de stampvolle trams die badgasten af- en aanvoeren, tenzij ze genoegen nemen met een lange file, hoge parkeerkosten en dan nog lang moeten wandelen naar een naar patat ruikende zandbak. En iedereen maar bij die lelijke Pier willen liggen.... Als je dan toch naar de kust wil, doe dan iets meer moeite en ga naar een van de Wadden-eilanden. Eerder dit jaar was ik op Terschelling, tijdens het Oerol festival. Dit roept voor onbekenden beelden op van feestende jongeren die op een modderige camping lopen te soppen in hun geitenwollen sokken. Jammer is: dit is deels waar. Het mooie is: het kan ook anders. Wij verbleven in Landal Résidence Terschelling, in Midsland. Inderdaad: midden op het eiland gelegen. Aangezien een auto meenemen naar Terschelling vrij kostbaar is en je nog altijd redelijk beperkt bent in je beweging (er is eigenlijk maar 1 doorgaande weg), huren de meeste bezoekers een fiets. Dan is het dus handig om centraal op dit eiland te verblijven. Het appartementencomplex beschikt over alle faciliteiten die je nodig hebt: een volledig ingerichte keuken met oven/magnetron en vaatwasser. Je hebt een balkon met zitje en er is een wasserette, zwembad, sauna en broodjes-service. Wij haalden ’s ochtends echter broodjes bij de bakker/souvenirwinkel aan de overkant van de weg. Handig: ernaast zit een fietsenwinkel en -verhuurbedrijf waar je nog even je banden kunt oppompen. Het dorp Midsland met winkels, restaurants, bars en een supermarkt ligt vlakbij. Tip: huur ook fietstassen bij je fiets. Wat een heerlijk eiland is Terschelling toch! Tijdens Oerol zijn er overal op het eiland theater-, kunst- en muziekvoorstellingen, maar wat ik toch het leukste vind is de prachtige natuur en de gemoedelijkheid van de eilandbewoners en -bezoekers. Ik noem het een hoog “Make Love, Not War” gehalte. Ongekend in het westen van Nederland: iedereen is vriendelijk en heeft tijd voor een praatje. Dan fiets je door de duinen (geen “Tom du Moulins” die je omver fietsen) naar lege stranden. Dat is nog eens wat anders dan Scheveningen! En wat ook zo mooi is, het is het eiland met de minste regendagen. Een aantal ‘attracties’ zijn ook het hele seizoen te bezoeken: West-Terschelling met de Brandaris-vuurtoren, de zelfpluk-tuin, waar je zelf je bosbessen, aardbeien en andere vruchten kunt plukken tegen een geringe vergoeding. Ook een bezoek aan de ecologische schapenboerderij in Oosterend slaan we eigenlijk nooit over. De weg ernaartoe voert langs dorpjes met namen als Hoorn, Lies en Formerum en onderweg is er altijd wel ergens een stop in te lassen voor een kop koffie met cranberry-cake. De cranberry is de vrucht van het eiland, groeit overal in het wild en wordt in veel lokale produkten verwerkt. Bijvoorbeeld in de schapenkaas. Terschelling bereik je met de veerboot vanaf Harlingen. Er is een ‘gewone’ ferry (2 uur) en een sneldienst (45 minuten). Parkeren kan in de garage bij de haven, het treinstation ligt op 500 meter. Hou er rekening mee dat het meeste moet worden ingevoerd vanaf het vasteland. Dit zorgt ervoor dat het prijsniveau soms wat hoger ligt, hoewel horecaprijzen meestal heel redelijk zijn. Wil je bij een geldautomaat (er zijn er 2 of 3 op het hele eiland, voor zover ik heb kunnen tellen) contant geld opnemen, kan het zijn dat deze leeg is in drukke periodes. Gelukkig kun je overal pinnen… Niet leuk, maar wel spectaculair: als je gezondheid het laat afweten, is er een huisartsenpost in West-Terschelling. Is ziekenhuisopname gewenst, word je per ambulance en helikopter naar Leeuwarden of Sneek getransporteerd. Zou je ook graag eens naar het Oerol-festival willen? Of juist liever in een andere tijd van het jaar naar Terschelling? Neem dan contact met me op. Voor een verblijf tijdens Oerol is vroeg boeken trouwens aan te raden. En anders toch maar in die volle tram naar de kust…

06 June 2018

Begin April 2018 was ik in Georgië. Waarom? Een Georgische vriendin zei me dat haar geboorteland veel te bieden heeft: mooie natuur, rijke geschiedenis en natuurlijk lieve mensen. Daar wilde ik toch het mijne van weten! Het enige dat ik van het land wist, was dat het in de vorige eeuw langdurig onderdeel was van de Sovjet-Unie en recent in oorlog is geweest met Rusland. Eenmaal aangekomen verwachtte ik dus een grauw en oninteressant land met grove, in zichzelf gekeerde en ongastvrije mensen. Het tegendeel bleek gelukkig waar. De hoogtepunten: - Hoofdstad Tblisi - Skiresort Gudauri - Ananuri Fort - Wijnregio Kachetië - Gastvrije bevolking Natuur De eerste dag reden we naar Kazbegi bij de Russische grens, via de Georgian Military Highway. Een spectaculaire reis waarbij de bergen snel steeds hoger en grilliger werden. Het viel meteen op dat de wegen goed tot redelijk goed onderhouden zijn. Maar de natuur! Prachtige vergezichten met besneeuwde bergtoppen en liefelijke dalen; tegen het eind van de rit waren we op 5000 meter hoogte en reden we in de sneeuw. Niet voor niets ligt hier het prachtige skiresort Gudauri, waar alle faciliteiten als in populaire skigebieden in bijvoorbeeld Oostenrijk aanwezig waren. Misschien een wat kleinere schaal, maar met moderne liften, geprepareerde hellingen en goede hotels, appartementen en pensions. Wat erg leuk is, dat je een combinatie kunt maken, waarbij je ’s morgens skiet en ’s middags aan het strand van de Zwarte Zee kunt liggen. Dat ga je in Oostenrijk niet redden… Onderweg kwamen we veel wandelaars en fietsers tegen. Nu is er weinig verkeer in Georgië, maar het is van levensbelang om de Georgische weggebruikers in de gaten te houden. Deze rijden erg gevaarlijk, zeker als ze haast hebben. Gelukkig wordt er veelvuldig getoeterd om je te waarschuwen dat ze er aan komen. Fietspaden en wandelroutes bestaan niet, maar met opletten en een goede gps kom je door de mooiste gebieden. Verder staat de Georgische bevolking altijd klaar om je hartelijk de weg te wijzen. Wees niet verbaasd als je uitgenodigd wordt om te blijven eten of zelfs overnachten. Buiten de hoofdstad Tblisi wordt weinig Engels gesproken, maar met handen en voeten kom je een heel eind. (Wijn)cultuur Onderdeel van de geschiedenis is het Sovjet-tijdperk. Interessant om te weten, is dat Jozef Stalin in Georgië in het stadje Gori is geboren. Zijn geboortehuis is nu een klein museum. Gori ligt vlakbij Mzcheta, de voormalige hoofdstad en een religieus centrum. Hier is de Georgisch-orthodoxe kerk gesticht en je vindt er bezienswaardigheden als de Svetitskhovelikerk en het Jvari klooster, beide op de Unesco-werelderfgoedlijst. Wat ik ook niet wist, is dat Georgië een van de oudste wijnculturen ter wereld heeft. In Kachetië brachten wij een bezoek aan de wijntunnels van het Khareba wijnhuis. Naar een eeuwenoud recept vindt de fermentatie van de druiven plaats in stenen vaten onder de grond, wat zorgt voor luchtdichtheid en een constante temperatuur. Het resultaat kan ook geproefd worden. Opvallend is dat er in de basis twee soorten doelgroepen worden onderscheiden: westers en oosters. De ‘westerse’ wijn heeft een lager tanine-gehalte en is wat droger, de ‘oosterse’ variant bestempelen wij als ‘hoofdpijnwijn’, maar is erg geliefd bij o.a. de Russische afnemers. Na afloop van het proeven mochten we zelf brood bakken in een traditionele houtgestookte oven en leerden we hou Churcxela gemaakt wordt. Dit is een worstvormige, zoete lekkernij met walnoten in gedroogd, ingedikt druivensap. Als afsluiting kregen we cha-cha, een destillaat van wat er na persen van druiven overblijft. Veel Georgiërs maken dit thuis. Het heeft een alcoholpercentage van 40-80%. De rijstijl van de Georgiërs kwam me ineens een stuk logischer over… Parijs, maar dan anders Tblisi is een geweldige mix van oost en west en wordt ook wel het Parijs van het Oosten genoemd. Ook weer niet verwacht: wat een bruisende en moderne stad! Rustaveli Avenue heeft inderdaad veel gelijkenissen met de Champs d’Elysée in Parijs, alle grote modemerken zijn hier vertegenwoordigd en de oude, goed onderhouden gebouwen geven de stad een vergelijkbare grandeur. Hier is ook het museum van de Sovjet-repressie gevestigd, dat een goed beeld geeft van de gruwelijkheden die in dit land zijn begaan. De oude stad is een wirwar van oude straatjes en pleinen met veel restaurantjes, terrassen en winkels. De huizen hebben karakteristieke balkons, die overigens een opknapbeurt zouden kunnen gebruiken. Vanuit het Narikala fort heb je een prachtig uitzicht. Dit hooggelegen fort is bereikbaar per kabelbaan. Midden in de stad liggen de sulfaatbaden, waar je privé of met de lokale bevolking van de heilzame werking kunt genieten. Tblisi heeft een bruisend nachtleven, met gezellige bars en clubs waar internationale DJ’s draaien. Eten en drinken is van uitstekende kwaliteit en niet duur. Taxi’s zijn goedkoop, mits je goed afdingt. Veiligheid Georgië is een veilig land. Corruptie komt niet voor, naar het schijnt omdat politie tijdens het bewind van president Saakasjvili uitgerust werd met bodycams, die feilloos registreerden als agenten steekpenningen aannamen. Dit werd voor die tijd als ‘normaal’ gezien en was nu binnen de kortste keren geschiedenis. Ook de politiebureau’s moesten figuurlijk, maar ook letterlijk transparant worden en zijn voorzien van een glazen gevels. De rechterlijke macht werd ook aangepakt in die tijd en politici weden gedwongen opgave van hun neveninkomsten te doen. Georgië heeft een plaats in mijn hart veroverd in de 3 dagen dat ik er was. Ik zal er dan ook zeker weer naar teruggaan, maar gelukkig heb ik in Nederland een vriendin die me af en toe in gedachten terug laat keren…

28 February 2018

Na jarenlang prachtige reizen naar India te hebben samengesteld kreeg ik dan eindelijk de gelegenheid dit verrassende land zelf te bezoeken. Als ik een bucketlist had gehad, had een bezoek aan de Taj Mahal daar zeker op gestaan. Voor mij de ultieme reden om de 8 uur in het vliegtuig te overbruggen. Maar het programma dat zorgvuldig door onze lokale agent was opgesteld voerde van het ene naar het andere hoogtepunt. Wandelexcursie door Oud-Delhi: onder begeleiding van een lokale gids wandel je door de smalle straatjes door het oudste deel van de stad. Je wordt ondergedompeld in hoe je je de stad voorstelt: druk! Overal mensen en verkeer dat duidelijk claxon-fan is. Mensen vinden het geweldig om op de foto te gaan, dus schroom is niet nodig. We zijn meegenomen naar een bloemenkranswerkplaats, waar de kransen met de hand van de bij ons een beetje uit de gratie geraakte, oranje ‘Afrikaantjes’ worden gemaakt. Een oranje bloemenzee dus! Daarna het dak op voor een prachtig uitzicht over de stad en een moskee die vanaf de straat niet zichtbaar is. Moslims vormen een minderheid in dit hindoeïstische land. Erg indrukwekkend was het bezoek aan een rijk geornamenteerde Sikh tempel, waar ons werd uitgelegd dat hier iedereen welkom is om het gebed bij te wonen. Na een korte rondleiding door de drukke tempel belandden we in een grote keuken, waar in enorme potten rijst en soep werd gekookt. Dit wordt gedaan voor de armste bewoners van de stad, die geen eten kunnen betalen. Het idee is dat je als gelovige door eten te koken, serveren of af te wassen een goede daad doet, wat door "Karma" dan later weer naar je terug komt. Een fantastisch systeem dat 24/7 doordraait. Ons werd uitgelegd dat er hierdoor wel armoede is, maar geen honger hoeft te zijn. Bedelarij is in deze stad dan ook meestal georganiseerde misdaad... Tijdens deze stadswandeling kom je ook in aanraking met het “gewone leven” van de Indiërs, dat in het teken staat van het Hindoe-geloof. Begin september, toen wij er waren, is het Holi festival. Beelden van de olifantsgod Ganesh worden rondgedragen, begeleid door uitgelaten zingende en dansende mensen die elkaar en omstanders met felgekleurd poeder bestrooien. Ons werd verteld dat Indiërs het hele jaar door ingetogen zijn en tijdens deze processies compleet uit hun dak gaan, niet zelden mede veroorzaakt door drank en/of drugs… Een zeer bijzondere architectuur heeft de Lotus Tempel, inderdaad, in de vorm van een lotusbloem gebouwd, naar een ontwerp van dezelfde architecten als die van de Sydney Opera House. De tempel is verder zo bijzonder omdat alle geloven ter wereld hier welkom zijn, wat zorgt voor lange rijen toeristen. Ten zuiden van het centrum van Delhi bevindt zich in een groot tempelcomplex de Qutb Minar, een van de beste voorbeelden van islamitische architectuur in India. De 72,5 meter hoge en scheefstaande minaret heeft 5 verdiepingen en is gesloten voor publiek. Het omliggende complex trekt veel toeristen uit de hele wereld, maar ook bijvoorbeeld kinderen op schoolreis. Dat hebben we geweten, want met name de dames uit onze groep moesten met hen op de foto, wat veel hilariteit opleverde van beide kanten. Wij verbleven in Delhi in het koloniale hotel Oberoi Maidens, maar ook erg leuk is het “Colonel’s Retreat”. Inderdaad een soort bed & breakfast, eigendom van- en geleid door een voormalige kolonel in het Britse leger en zijn echtgenote. Zeer sfeervol, kleinschalig en goed gelegen, vlakbij een metrostation vanwaar je de hele stad kunt bereiken… jawel, Delhi heeft een modern metro-systeem! Daarnaast zijn taxi’s niet duur, maar het verkeer heel druk. Dan kun je beter een fiets- of brommertaxi nemen. Deze laatste rijden op milieuvriendelijk gas en niet zoals elders op benzine. Vanuit Delhi ging de rondreis per trein verder naar voormalige hoofdstad Agra. Ontbijtbox van het hotel meegenomen. In de trein wordt ook ontbijt geserveerd, maar de kwaliteit hiervan is niet goed en zorgt voor gegarandeerde maag-darmproblemen. Wel namen we de (gratis) box aan om deze in Agra aan bedelende kinderen te geven. Hun gestel is beter bestand tegen de bacteriologische toestand van de inhoud van de box! In Agra is de grootste trekpleister natuurlijk de Taj Mahal, gebouwd door Shah Jahan als mausoleum voor zijn geliefde en in het kraambed gestorven echtgenote Mumtaz Mahal. Omdat het imposante en perfect symmetrische bouwwerk op een verhoogd platform is geplaatst, direct aan de Yamuna rivier, is het niet alleen vanuit de wijde omtrek te zien, maar lijkt het zelfs te zweven als je bij de ingang van het tuinencomplex staat. Door de steeds veranderende stand van de zon verandert ook de kleur van het gebouw steeds weer, een fascinerend schouwspel. Naast de Taj Mahal is ook het Agra Fort (of Rode Fort, het is opgetrokken uit rood zandsteen) zeker de moeite van een bezoek waard. De Mogol-vorsten wilden in vroeger tijden hun macht etaleren met de bouw van dit soort prachtige forten. Je komt bij de ingang na een slotgracht te zijn overgestoken, waarna de oprijlaan na de eerste poort omhoog én in een bocht naar de tweede toegangspoort leidt, die door deze slimme manier van bouwen nooit te bestormen of te beschieten was door vijandige troepen. In het fort zijn naast bijzondere architectuur ook veel kunstschatten te bewonderen. In Agra verbleven wij in het Double Tree by Hilton hotel, meer een zakenhotel. Luxe maar redelijk saai, dus. Leuker is dan het kleurrijke Coral Tree Homestay, dat op 6 minuten lopen van de Taj Mahal is gelegen. Een stuk eenvoudiger, maar schoon en zeer persoonlijk en daarmee erg aantrekkelijk voor vakantiegangers. Onderweg naar Jaipur kom je bij nog een architectonisch hoogtepunt: Fatehpur Sikri. Deze voormalige (ceremoniële) hoofdstad was in zijn hoogtijdagen heel groot en de resten getuigen hier nog van. Enkele jaren na de bouw werd de stad alweer verlaten vanwege een tekort aan water. De droogte in het gebied heeft er ook voor gezorgd dat het paleis van keizer Akbar goed bewaard is gebleven. Men zegt over India dat het een vies land is, met veel armoede en overal heilige koeien op de weg. Ik vond het niet vies, heb wel armoede gezien, maar geen honger. Ik was voorbereid op creperende mensen langs de kant van de weg, maar heb dit niet gezien. Het blijkt dat er veel mensen uit de provincie naar de stad komen om te werken, die geen geld hebben om in een hotel te overnachten. Die slapen dan in het gras langs de kant van de weg. Koeien heb ik in Delhi niet gezien, het blijkt dat deze uit de stad gebannen zijn toen de Asia games hier enkele jaren terug zijn georganiseerd. Echter, eenmaal op weg van Agra naar Jaipur kwamen we ze tegen, zelfs op de ‘snelweg’, waar ze “cowdebouts” worden genoemd: ze vormen een rotonde (“roundabout” in het engels) waar je gewoon omheen moet rijden, no problem! De lunch werd geserveerd in Bharatpur, in hotel Laxmi Vilas Palace, voorheen het woonhuis van de Maharaja’s van Bharatpur. Het heeft een prachtige bouwstijl en is nog steeds een koninklijke residentie waar ook vandaag de dag nog ceremonies plaatsvinden. Het hotel zou een goede tussenstop kunnen zijn tussen Agra en Jaipur om een paar dagen te verblijven. Het ligt vlakbij Nationaal Park Keoladeo, een paradijs voor vogelspotters. Veel exotische vogels overwinteren hier namelijk en het staat met name bekend om de vele roofvogelsoorten en daarnaast komen er ook ook tijgers voor. Het mooiste hotel waar wij verbleven tijdens deze reis was het Samode Haveli in Jaipur, alweer een voormalig paleis, met prachtige tuinen, fraai ingerichte kamers waar zeker de grote badkamers opvallen en een een hele mooie bar waar de sfeer uit koloniale tijden nog aanwezig is. Een alternatief het Suryaa Villa hotel. Echt een boutique hotel, waar de eigenaren zelf hun woonvertrekken hebben. Dit geeft echt een huiselijke sfeer, alsof je bij goede vrienden logeert. Jaipur is de hoofdstad van Rajasthan, vertaald als “Land van de Koningen”, waar we een bezoek brachten aan het grote City Palace, een verzameling gebouwen, tuinen en binnenplaatsen. Aan de buitenkant bevindt zich het Paleis der Winden, de Hawa Mahal, gebouwd voor de echtgenotes en concubines van de Maharaja die er woonde. Zij mochten zich in het openbaar niet ongesluierd vertonen en konden vanuit de vele ramen van dit paleis toch het openbare leven in de straat en de vele festivals bekijken. Door de unieke constructie waren zij echter vanaf de straat niet zichtbaar en deze zorgt ook voor een constante verkoelende bries die met name in de hete zomermaanden erg prettig is. Tegenover het City Palce ligt het grootste observatorium ter wereld, met 19 enorme maar nog steeds werkende instrumenten, zoals zonnewijzers en sterrenkijkers. Bezoek deze interessante Unesco World Heritage Site niet zonder gids, want je hebt anders geen idee waar de instrumenten voor dienen! De grootste attractie van Jaipur bevindt zich op 11 km afstand van Jaipur: het Amber Fort. Net als je denkt dat je toch wel genoeg forten en paleizen hebt gezien, is dit er toch een die niet overgeslagen mag worden! Wat een grandeur! Het ligt op een heuvel, waardoor het een moeilijk te veroveren fort was. Je kunt je naar boven laten dragen door een olifant en zo op Maharajeuze wijze je entree maken, maar ook kiezen voor de meer diervriendelijke manier per jeep. Wij kozen voor de laatste; Travel Counsellors is een organisatie die in principe geen dieronvriendelijke excursies aanbiedt. Vanuit Jaipur is het 8 uur rijden naar Udaipur, diep in Rajasthan. Normaalgesproken worden er meerdere interessante tussenstops ingelast, maar tijd is kostbaar en keuzes moeten gemaakt worden! Wel werd er een tussenstop voor de lunch gemaakt in Shahpura Bagh, zoals ze zelf zeggen: “een oase in onbekend Rajasthan” – en dat is het ook. Als welkome afwisseling van de bezoeken aan de steden kun je hier rustig enkele dagen verblijven. De omgeving is per fiets en zelfs per boot te ontdekken, de rust en de ruimte zorgen voor een ontspannen vakantiegevoel. Naast het bezoeken van een nabijgelegen fort, een tempel, de lokale markt en vogels spotten, kun je ook van het leven op de boerderij genieten. Hier wordt nog geleefd als eeuwen geleden. Udaipur, het “Venetië van het oosten” is wat hoger gelegen en naar men zegt daardoor koeler. Ikzelf merkte er overdag niet zoveel van, maar het is een mooie stad, met door mensen gegraven meren die op zichzelf ook voor verkoeling zorgen. Voor de Maharadja’s reden om er meerdere paleizen aan te leggen om hier in de warme periode van het jaar te verblijven. Door de aanwezigheid van voldoende water zijn er ook mooie, groene stadsparken. In de avond koelt het inderdaad wat meer af, wat zorgt voor een fijne, bijna romantische en relaxte sfeer als je in de buitenlucht dineert. Het Taj Lake Palace hotel ligt op een eiland in het Pichola-meer, direct tegenover het stadspaleis. Het is alleen per boot te bereiken en is alleen toegankelijk voor hotelpersoneel en -gasten. De “rich & famous” van tegenwoordig kiezen dan ook graag voor een verblijf in dit hotel! Leuk detail: het paleis, net als andere delen van de stad, was decor voor een deel van film ‘Octupussy’, met Roger Moore als James Bond. Heb je tijd, kun je de film alsnog in de stad in verschillende bars bekijken. Beter toegankelijk en een stuk voordeliger is het Jagat Niwas Palace, dat aan de oever van het meer ligt. Deze voormalige Haveli (Landhuis) heeft nog veel oorspronkelijke details. Het ligt vlakbij het City Palace, waarvan een deel te bezichtigen is. Het complex herbergt veel kunst op allerlei gebieden uit de rijke historie van Rajasthan en is zeer de moeite waard om te bezoekens. De Jagdish Tempel is rijk gedecoreerde hindoetempel, in het centrum van de stad, die door de inwoners volop gebruikt wordt als plaats om te bidden. Ook voor toeristen is het een plaats voor bezinning en natuurlijk om de prachtige reliëfs te bezichtigen. Bij de uitgang van de tempel (ook als ingang te gebruiken als je de steile trappen niet wilt beklimmen) bevindt zich een kleine markt, waar je allerlei toeristische snuisterijen kunt kopen. Wij vlogen via Delhi terug naar Schiphol. Om de lange overstaptijd te overbruggen was er een dagkamer geboekt in het moderne Andaz hotel op de luchthaven van Delhi. Meer een concept dan een hotel, waar je fantastische verse maaltijden kunt eten. Echt een aanrader om de anders verloren tijd te overbruggen en nog even uitgerust en fris gedoucht aan de terugvlucht te beginnen. Samenvattend denk ik dat India een overweldigende, kleurrijke, maar ook echt heel bijzondere vakantiebestemming is, die het echt waard is om ontdekt te worden. Rajasthan heeft de meest prachtige forten en paleizen, maar bovenal karakteristieke en mooie mensen!

03 July 2017

Wat een heerlijk eiland is Ibiza toch! Natuurlijk, om er meteen maar een Nederlandse uitspraak tegenaan te gooien, het is wat duurder dan bijvoorbeeld het naastgelegen eiland Mallorca, maar het is het waard! Wij verbleven in een villa met zwembad midden op het eiland. Heerlijk rustig en Ibiza is mooi groen, dus mits je een huurauto hebt is dat goed te doen. De huurauto doet me er meteen aan denken dat er niet veel tankstations zijn - de eerste tip is dus om daar aan te denken en te tanken zodra de gelegenheid zich voordoet. Heb je daar geen zin in en wil je lekker aan het strand verblijven, kun je natuurlijk in Eivissa (Ibiza-stad) verblijven of in pittoresk Santa Eularia. Ibiza-stad heeft veel te bieden voor iedereen, zoals een prachtige oude stad met leuke winkels en fijne terrassen, waar je tot diep in de avond terecht kunt voor diner of een drankje. De jachthaven is een bezienswaardigheid op zich. Verwacht niet de eigenaren aan dek te zien, meestal vliegen die pas in als ze weg willen varen... Ook zijn er vele clubs waar wereldberoemde dj's draaien, zoals Ushuaia in het gelijknamige hotel. Als je laat aankomt zie je de lasershow al vanuit het vliegtuig! Zelf ben ik naar de "Blue Marlin" geweest, heerlijk met de voeten in het zand... de toegang is gratis, dus het is altijd druk. Maar als je er ook gaat eten, hoef je niet in de rij te staan om binnen te komen. Of je moet er vroeg aankomen, wat dan weer als voordeel heft dat je de andere gasten binnen ziet komen. Let ook op de achterzijde, waar de meer vermogende gasten vanaf hun in de baai voor anker liggende jacht worden opgehaald met een speedboat om zich in de club te vermaken. Een andere, maar andere vorm van vermaak vormt een bezoek aan een hippiemarkt. Één van de grotere en bekendere (daardoor niet minder leuk!) hippie markten is Las Dalias. Op Valentijnsdag in 1985 is de ‘mercadillo las Dalias’ ontstaan met vijf kraampjes en een paar bezoekers. Inmiddels ruim 30 jaar verder is deze markt uitgegroeid tot zo’n 200 kraampjes en op sommige zaterdagen in de zomermaanden zijn er rond de 20.000 bezoekers. Inmiddels is Las Dalias veel meer dan alleen een markt, heerlijke gerechtjes, cocktails, live muziek en nog veel meer. Handig om te weten, naast de markt is een parkeerterrein waar je een paar euro voor betaalt om je auto te parkeren. Tip! Van juni tot september zijn er ook night markets die zeker de moeite waard zijn om te kijken! Wat is er te vinden? Liefhebbers van tassen en handgemaakte sieraden komen er zeker aan hun trekken. Verder zijn er natuurlijk prachtige stoffen en hippie-gewaden. De locale kunstnijverheid is zeer de moeite waard. Voor de kinderen is gezorgd, die worden bezig gehouden in de kids corner. Om bij te komen van al het shoppen zijn er diverse terrassen voor een drankje of een hapje - tot een complete diner aan toe. Natuurlijk verdienen de prachtige baaien van Ibiza hier vermelding. De mooiste baai is naar men zegt Cala Bassa: prachtig helder water, wit zandstrand... niet omzoomd door palmbomen, maar door naaldbomen. Deze zorgen voor de soms gewenste schaduw. Helaas kan het soms druk zijn en zijn alle strandbedjes bezet. Er zijn ook rustiger baaitjes, waar je bijna de enige bent die er geniet van de mooie natuur. Over mooie, rustige strandjes en prachtige natuur gesproken: met de ferry ben je binnen een half uur op het eiland Formentera, waar weinig auto's zijn en je bijvoorbeeld het eiland per fiets kunt ontdekken. Deze worden bij de haven verhuurd. Hier vind je nog de hippiesfeer die op Ibiza zeker ook nog wel aanwezig is. Formentera is echter wat kleiner en nog gemoedelijker. Een dagexcursie of een langer verblijf is mogelijk. Beide eilanden zijn natuurlijk ook te combineren. Wat me opviel aan Ibiza is dat alles klopt: goede wegen, goede uitgaansmogelijkheden, het is prachtig groen, genoeg restaurantjes en de mensen zijn heerlijk relaxt! En binnen 2,5 uur ben je er, vanaf Amsterdam, Rotterdam of Eindhoven. Je hoeft er dus ook niet meteen een tweeweekse vakantie van te maken, maar een paar dagen genieten is ook al mogelijk. Vraag me naar de mogelijkheden!

10 November 2014

Oktober en november zijn prettige maanden om Aruba te bezoeken; eigenlijk kan dit het gehele jaar door prima (er heerst geen orkaanseizoen!) want de constante tempratuur en –passaatwind zorgen voor een heerlijk klimaat. Een volgende voorwaarde is een gerieflijke ca. 10 uur-durende vlucht. Businessclass is dan heel fijn maar ik moet zeggen: de comfort class van de ‘Dreamliner’ (nieuwste Boeing 787) is ook super! En beter betaalbaar… met 8 cm meer beenruimte en een vochtiger atmosfeer in de cabine heb ik erg goed geslapen, terwijl ik hier normaalgesproken redelijk problemen heb. Op Aruba aangekomen werden we na inchecken in ons hotel Radisson naar het Casibari Café gebracht. Dit is een eenvoudig café waar goede maaltijden worden geserveerd. De feeërieke sfeer onder de sterrenhemel is echter waar je hier voor komt! Een band speelt lekkere jazz- en blues-muziek dus de vermoeidheid van de vlucht glijdt van je af. Later in de week waren we hier weer, o.a. om het uitzicht vanaf de rotspartijen te bewonderen. Een betoverende plek! Het Radisson is een fijn hotel om te verblijven: de boxspring-bedden in de kamers zijn fijn hoog, er is een mooie tuin met een lekker zwembad en daarbij ligt het ook nog eens direct aan het parelwitte strand! Aan de voorzijde van het hotel begint de gezellige boulevard met leuke eetgelegenheden, winkels en vele barretjes. Ook hier is de sfeer opvallend: iedereen heeft het naar z’n zin en niemand wordt lastig gevallen. Al zou ik een dochter hebben, zou ik haar zo alleen op pad sturen. Op 31 oktober werd hier uitbundig Halloween gevierd, compleet met verkleedpartijen en natuurlijk wordt er ook gedanst. Mijn collega danste de Merengue met een man in een gevangenispak en met een boeventronie, maar toen ze niet meer wilde dansen was dat ook geen probleem en ging ieder verder met de groep waar hij/zij mee was. De sfeer is dus voor al ontspannen op het “Happy Island”. Natuurlijk was het niet alleen eten, drinken en dansen, maar moest er ook gewerkt worden! Zo leerden wij dat de hotels aan de kust onderverdeeld zijn in een “low-rise” en een “high-rise” gedeelte. De “High-rise” hotels van grote ketens als Radisson, Riu, Marriott, Hyatt, Occidental Grand en het complex van Divi Resorts liggen grotendeels langs de eerdergenoemde boulevard, in de buurt van de gezellige drukte (in het hotel heb je daar echter geen last van). De “low-rise” hotels zijn vaak wat kleinschaliger (en dus lager: twee a drie verdiepingen) en hebben namen als Amsterdam Manor, Bocuti Resort, MVC Eagle Beach en Manchebo Beach Resort. Het Renaissance hotel in Oranjestad verdient een aparte vermelding. Dit hotel bestaat uit twee delen: Marina (bij de haven en boven de Renaissance Mall, een groot winkelcentrum) en Ocean Suites, even verderop gelegen aan een opgespoten strand. Eerstgenoemde is alleen voor volwassenen toegankelijk en de Ocean Suites zijn ook op kinderen ingesteld, met prachtige gerenoveerde appartementen. Vanaf beide hotels gaat ca. ieder kwartier een boot naar het eigen Renaissance Island, waar men kan zonnen aan het strand, zwemmen in de azuurblauwe zee en genieten van de gastvrijheid van de medewerkers van het hotel, die het u aan niets laten ontbreken. Een fijne ervaring, met als enig minpuntje de ligging van het eiland langs de start- en landingsbaan van het vliegveld. Dit geeft daarentegen wel weer spectaculaire beelden! Alle hotels beschikken over alle denkbare faciliteiten. Een zeer goede prijs-kwaliteit verhouding hebben de hotels Talk of the Town, The Mill en vooral het Boardwalk hotel. De laatste wordt gerund door twee Belgische zussen die hun eigen creativiteit hebben losgelaten op de tropische tuin en de kleurrijke inrichting van het hotel. Momenteel beschikt het over 13 appartementen, waardoor het een intieme sfeer heeft. Uitbereiding ligt echter in de planning. Deze is zeker noodzakelijk want door de succesformule van de dames is het hotel altijd volgeboekt. Vroeg boeken is hier zeker een aanrader! Om wat meer van het eiland en de historie te zien, kan een bezoek aan Fort Zoutman in Oranjestad worden gebracht en het Archeologisch Museum. Wij maakten ook een spectaculaire jeepsafari over de woeste noordoostkant van het eiland, met o.a. de baby natural bridge en de ruïnes van de Bushiribana goudmijnen. Uiteraard mocht een snorkelexcursie aan de wereldberoemde onderwaterwereld rond het eiland niet ontbreken! Per catamaran hebben wij drie snorkel-sites bezocht waar kleurrijke vissen en prachtig koraal te bewonderen waren. Ontbijt, lunch, drankjes en snorkel-uitrusting zijn inbegrepen en het schip vertrok vanaf de pier bij ons hotel – erg ontspannen! De laatste ochtend brachten wij een bezoek aan Arikok National Park, waar diverse wandelingen door de bijzondere natuur kunnen worden gemaakt, al dan niet onder begeleiding van een ‘ranger’. In het informatiecentrum is een interessante expositie over de unieke Arubaanse natuur te zien. Samenvattend is Aruba een eiland waar genoeg te zien en te beleven valt met accommodatie van hoog niveau voor elke portemonnee. Wist u dat het zeer goed te combineren is met Curaçao en/of Bonaire? Ook cruiseschepen leggen hier vaak aan. Als uw interesse gewekt is, maak ik graag een reisvoorstel op maat!

21 November 2013

Een luxe all-inclusive vakantie met Club Med is er een waar alles mag, maar niets moet. Dat wilde ik graag eens uit eigen ervaring beleven! Tegelijk was ik benieuwd naar de badplaats Agadir in Marokko in de zomer. Ooit was ik er 2 dagen in november. Het was er toen mooi, zonnig weer, maar vooral ’s avonds koelde het erg af. Tijdens dit eerste bezoek heb ik geen gelegenheid gehad om Essaouira te bezoeken en ik heb me altijd voorgenomen om dát nog eens goed te maken… Na een vlucht van ongeveer 4 uur landden we in Agadir, waar we onze huurauto in ontvangst namen. Rijden in een relatief druk gebied als Agadir is een kwestie van goed uitkijken en ‘go with the flow’. In eerste instantie lijkt het een chaos, maar het went snel. Overigens: bij een pakketreis zijn de transfers naar- en van het clubdorp uiteraard gewoon inbegrepen. In de Club werden we ontvangen met een drankje en een snackje en vervolgens door de receptioniste/gastvrouw naar onze kamer gebracht. Deze was uiteraard voorzien van alle faciliteiten en in Marokkaanse stijl gedecoreerd. Opvallend is dat er veel zorg aan gebouwen en ook de prachtige tuinen wordt besteed. Het all-inclusive concept van Club Med betekent in alle 80 clubdorpen dat inderdaad alles is inbegrepen. Niet alleen als het gaat om maaltijden en dranken, maar ook voor wat betreft de animatie en sporten. Alleen voor activiteiten en sporten die door ‘derden’ namens Club Med worden georganiseerd is een toeslag van toepassing. Zo hebben wij bijvoorbeeld een strandrit te paard gemaakt. De goed verzorgde paarden staan op een manege die geen eigendom van Club Med is, waardoor een toeslag moest worden voldaan. De ervaring was echter te leuk om het hierom niet te doen. Naast de mogelijkheid om paard te rijden, kun je hier ook gebruik maken van de 18-holes golfbaan en een van de tenniscourts. Materiaal zelf meenemen of te huur, tennisles is inbegrepen! Ook is er een boogschietbaan, een mooie spa en clubs in diverse leeftijdscategoriën voor kinderen van 4 maanden tot 17 jaar. De maaltijden zijn 3x per dag voornamelijk in het uitmuntende buffetrestaurant, maar het is ook mogelijk de lunch of het diner in een Marokkaans specialiteitenrestaurant te gebruiken. Elke dag is er animatie maar uiteraard blijft het credo: niets moet, alles mag, dus heb je geen zin om hier aan mee te doen, is er overdag plaats op het privéstrand en kun je ’s avonds aan een tafeltje alles van een afstand bekijken. Dit geldt ook voor de 'dress-code' die elke avond anders is: doe je er niet aan mee, is het ook geen probleem (uiteraard is het wel leuk om als iedereen in het wit is, zelf ook iets wits aan te trekken). Heeft u toevallig geen kleding in het thema-van-de-dag bij zich? In de winkel van de club kunt u hiervoor altijd terecht. Na enkele dagen (relatieve) rust gehad te hebben, reden wij langs een prachtige kustweg met adembenemende vergezichten naar Essaouira. De middeleeuwse medina staat op de wereld-erfgoedlijst van Unesco. Hier kun je naar hartelust dwalen door de nauwe straatjes, lopen over de oude vestingwal en souvenirs kopen. Er zijn vele terrassen, vaak op de daken van de restaurants gelegen waardoor je een mooi uitzicht hebt over de stad en/of de zee. Aan het strand kunnen de verrichtingen van de vele kite- en windsurfers worden bewonderd. Meestal waait hier een flinke wind, dus spektakel is hier gegarandeerd! Essaouira is zeker een bezoek waard, net als koningsstad Marrakech. Naar beide steden worden vanuit Club Med ook bus-excursies georganiseerd. Bent u sportiever ingesteld, is het mogelijk een Quad-, Buggy- of Mountainbike-tocht door het prachtige binnenland te maken. Het clubdorp ligt zeer centraal in Agadir, waar ook veel winkels en terrassen te vinden zijn. In de zomermaanden komt er zeemist voor aan de kust bij Agadir. Persoonlijk vond ik dit geen bezwaar, het voorkomt namelijk dat de temperatuur te hoog oploopt. De zeemist is er niet dagelijks en ook niet de hele dag, dus ook de echte zonaanbidders komen aan hun trekken. Voor gezinnen met kinderen is het brede zandstrand heel prettig, dat zeer langzaam in zee afloopt. Een verblijf aan de Marokkaanse kust in Agadir biedt ‘voor elk wat wils’ en Club Med raad ik zeker aan voor een onbezorgde all-inclusive vakantie! Neemt u contact met mij op als u dit ook wilt beleven; er zijn regelmatig leuke aanbiedingen naar deze bestemming!

21 November 2013

Dat het ruim 20 jaar geleden geopende attractiepark Disneyland Parijs, toen nog Eurodisney geheten, een feest voor kinderen is staat als een paal boven water. Maar ook voor volwassenen heeft het park veel te bieden. Veel mensen spreken van hun ‘onbezorgde kinderjaren’, waarnaar soms wel eens naar terugverlangd wordt. In Disneyland Parijs kun je dat gevoel weer terugkrijgen! Natuurlijk lijkt het Amerikaanse concept voor ons nuchtere Nederlanders een tikje ‘over the top’, maar wie daar doorheen kan kijken ziet alleen de aandacht voor details die aan alles wordt besteed. Al voor de entree begint dit met de mooie architectuur van het roze Disneyhotel en het parkje dat er voor ligt. Eenmaal binnen loop je door de Main Street, aangelegd als een Amerikaanse straat uit het begin van de 19e eeuw. In de mooie gebouwen bevinden zich winkels, eetgelegenheden en de statige Town Hall, waar zich het informatiecentrum bevindt. Bagage die u niet de hele dag nodig heeft kunt u opbergen in de hiervoor bestemde lockers. Na de eerste verbazing begint het plannen van de dag(en), want er is veel te doen! Naast de vele attracties zijn er dagelijks shows en parades op gezette tijden. De stuntshow met motoren en auto’s in het Studiopark zijn een aanrader, evenals de Disney Dreams parade waarmee de dag wordt afgesloten. De laatste is een lazershow, geprojecteerd op het kasteel van Doornroosje en omlijst door speciale effecten: adembenemend! Er zijn twee attractieparken: het ‘Disneyland Park’ en het ‘Walt Disney Studio’s Park’, met daarnaast ‘Disney Village’, waar ook weer winkels en restaurants te vinden zijn. Niet te missen voor gasten van de ‘Disneyland Resort Paris’ hotels, die door Disney Village naar- en van de themaparken moeten lopen. In beide parken is voor iedereen genoeg te ontdekken en beleven. Ik ben zelf altijd erg onder de indruk van de adrenaline-opstuwende attracties, zoals Rock ’n Rollercoaster starring Aerosmith, Crush’s Coaster en natuurlijk Space Mountain: Mission 2, maar vind het ook prettig om even bij te komen in It’s a Small World…! De beste tip is daarom: bereid uw bezoek goed voor! Maak ook gebruik van de Fast Pass, om de soms lange rijen bij populaire attracties te vermijden. Na klachten over de dure prijzen in restaurants, heeft men de mogelijkheid geboden om vooraf maaltijden bij te boeken tegen ca. 15% korting. Bij uw reisbescheiden krijgt u vouchers die u ter plaatse kunt inwisselen. Let: dit is geen tafelreservering, deze kan in de Town Hall of bij de receptie van uw Disney-hotel worden gemaakt. Ik adviseer u graag over de mogelijkheden, maar één tip: het Blue Lagoon restaurant, dat ín de attractie ‘Prirates of the Caribbean’ ligt! Bent u het Disney-‘geweld’ zat? Er zijn vele ontspanningsmogelijkheden, bijvoorbeeld in het zwembad van uw hotel, op de 18-holes golfbaan of in de luxueuze Spa van het Disney Hotel. Shoppen kunt u voordelig in La Vallée Village Outlet Shopping of breng een bezoek aan het Sea Life Aquarium. Uiteraard is wereldstad Parijs op drie kwartier afstand met het openbaar vervoer te ontdekken. Voor de volledige Disney-beleving verblijft u in een van de 7 thema-hotels, waarbij de toegang tot de beide parken is inbegrepen, of in een van de ‘aangesloten’ hotels: budgettair vaak aantrekkelijker. U kunt met eigen vervoer naar het Resort komen, per trein (overstap in Brussel of Parijs) of per vliegtuig. Ik informeer u graag over alle mogelijkheden en kan uit eigen ervaring advies geven bij alle keuzes!