Sumatra, avontuurlijk, soms primitief, vooral prachtig en overweldigend

Arlette van der Meer - Lammers op 27 October 2012
Na het hotel in Medan werden we met een minibus naar het plaatsje Tangkahan gebracht. Een kleine slaaplocatie met 11 hutjes. Eerst 100 treden naar beneden naar de rivier, dan met een vlot naar de overkant. De jongens namen onze zware koffers op hun nek voor 0,80 cent per koffer. Aan de overkant weer veel treden en we waren bij het hotelletje. De hut had een bed met klamboe en een ruim balkon met hangmat met uitzicht op de rivier. Toilet doorspoelen met een schep water en de douche had alleen koud water.Wat een geluiden hoorde ik hier van water en diersoorten.

De volgende dag liepen we naar een olifanten wasplaats. Er was een baby olifantje van 6 maanden bij. Ze heette Amalia (ha/ha). Ook reden we op de olifant, die wandelde door de rivier en langs de oever. In de middag gingen we met een rubberband (aan elkaar geknoopt en met 2 gidsen) de rivier af. Ze brachten ons naar een waterval waar we heerlijk zwommen, dat scheelde weer een koude douche in de "rare" badkamer van de hut/kamer. Via een wiebelende hangbrug gingen we richting het dorp.

De volgende dag werden we per jeep naar het volgende resort gereden. De weg zat vol gaten en plassen. Onderweg begon het te regenen, een bui van 6 uur. Door de stromende regen kwamen we per brug bij ons hotel. De dag erna gingen we met de gids de jungle in op zoek naar de Oerang Oetang. We staken de rivier over, lopend door het dorp. Uiteindelijk kwamen we bij een kano om de rivier weer over te steken naar de toegang van het Nationale park. De rivier stroomde snel, de vastgemaakte touwen zorgden ervoor dat we goed naar de overkant kwamen. We klommen met grote treden de berg op richting de voederplaats. Gelukkig waren er mannen mee die tegen betaling uiteraard hielpen en mijn hand vast houden. Veilig kwam ik boven. En ja! Er waren oranje apen. Zelfs 2 oerang oetans met jong. We hadden veel geluk want als er veel eten te vinden zou zijn in de jungle dan kwamen de apen niet naar de voedselplek. Via dezelfde weg terug naar het hotel. Na de tocht was het heerlijk afspoelen met water met een bakje die je vol schept met koud water.

Met de minibus reden we naar Berastagi. Het hotel in Berastagi was fantastisch, met een prachtige tuin en vooral belangrijk een warme douche. Op de lokale markt zagen we bijzondere vruchten, het is er kleurrijk.

We vervolgden onze weg naar het Tobameer, we stopten bij een waterval met uitzicht op het meer. Onderweg kregen we een regenbui en met regen kwamen we bij de pont/ferry aan. We wachtten en het werd droog. De oversteek duurde 30 minuten.

Het eiland Samosir is behoorlijk vergane glorie. De eerste avond hebben we in het straatje gegeten, vlakbij het hotel. Er zat een grote groep Nederlanders te eten. Het regende pijpenstelen met onweer maar we werden getrakteerd op zang door de kokkin en haar man. Even babbelen met reizigers. Het was heel gezellig. Op Samosir zijn we naar een koningsgraf en naar een markt geweest. Uiteraard gingen we naar de batakdans.....

Om 7 uur in de ochtend gingen we alweer naar de ferry naar Prapat, dus vroeg opstaan. Een lange rit gemaakt met een aantal stops. De laatste 3 uur ging de weg door de heuvels met regen en gaten in de weg. We komen aan in ons mooie hotel, met een soort bungalowkamers (oud Boer en Wendel hotel). Wat denk je, bij aankomst konden we direct onze bestelling voor het diner doorgeven (we waren de enige gasten).

We vertrokken vroeg op weg naar Bukkitingi, de rit is 380 km maar duurde 11 uur. We stopten bij een kruidentuin, bij een trouwerij en we reden door de bergen door het prachtige landschap. De rijstterrassen zagen mals groen. Prachtig. In het donker kwamen we bij ons mooie hotel. Bukktingi is bijzonder voor mij. De fietstocht is geweldig, het Karbauengat, de zuil van papa, Fort de Kock en de gezellige markt. Vanuit Padang vlogen we terug naar Nederland.

Sumatra..............ik denk graag aan je.