Bruisend Brazilië

Corine Merkus-de Rooij op 05 June 2009
Qua grootte is Brazilië het vijfde land van de wereld en beslaat 47% van het Zuid-Amerikaanse continent. Dit om een idee te geven hoe immens groot dit land is. Rio de Janeiro is mijn startpunt, en zeg nou zelf je moet toch minstens 1x in je leven langs het wereldberoemde Copacabana strand geflaneerd hebben. Helaas is het winter in Rio dus geen strandweer. Als je in Rio bent dan zijn er natuurlijk een aantal musts to do, zoals de beklimming van de Corcovado waar ik kennis maak met een immens Christus beeld die waakt over de gehele stad. Ik voel mij opeens heel nietig, en met ontzag kijk ik naar Rio de Janeiro die zich uitstrekt aan de voeten van dit bijzondere beeld. Of dit nog niet indrukwekkend genoeg is, hoor ik opeens een helikopter boven mij en is het binnen de kortste keren een drukte van jewelste. De olympische fakkel wordt namelijk in Rio overgedragen aan Mexico, heel bijzonder om dit mee te mogen maken!

Uiteraard moet ik ook de andere berg bezoeken de suikerbroodberg. Een kabelbaan brengt mij in twee etappes naar de Pão de Açúcar. Vanaf de berg geniet ik van een geweldig uitzicht op de baai, de oude stad en de stranden. Maar er is nog een must in deze stad het wereldberoemde Maracana voetbalstadion. Want wie Brazilië zegt zegt ook voetbal, terwijl ik het stadion in ren word ik toegejuicht door 200.000 mensen. (natuurlijk via een geluidsopname…)

Maar Brazilië is meer dan Rio, de grootste en meest spectaculaire waterval van Zuid Amerika is Foz do Iguaçu. In twee dagen bezoek ik zowel de Braziliaanse als de Argentijnse kant van de watervallen. De eerste geeft een goed beeld van de omvang van de watervallen omdat ik ze van een afstandje bekijk. Aan de Argentijnse kant beleef ik de waterval juist van dichtbij en sta ik oog in oog met de legendarische 'Duivelskeel', één van de diepste kloven waar het water in naar beneden stort. Met een zodiac is het mogelijk om heel dichtbij te komen maar ook weer heel nat terug te keren!

Met een binnenlandse vlucht kom ik na verschillende tussenstops aan in Manaus, de toegangspoort van de Amazone. Hier zal ik de komende dagen overnachten midden in de jungle. De ecolodge wordt gerund door een Nederlander, en hij laat mij dan ook vol trots mijn nieuwe onderkomen op palen zien. Meteen krijg ik de vuurdoop en wordt ik in het aardedonker de jungle ingestuurd onder begeleiding van een ervaren gids. Gelukkig wist ik toen nog niet wat het uiteindelijke doel was anders was ik vast en zeker niet op pad gegaan. Want om nou een vogelspin uit zijn hol te lokken, wetend dat deze spin kan springen, en dit alleen onder begeleiding van een flauw zaklampschijnsel, nee dat is toch helemaal niets voor mij! Ik waardeer toch meer de volgende dag als ik vanuit mijn kano roze dolfijnen zie springen, en vervolgens een schitterende jungletrekking (bij daglicht) zodat ik ook kan genieten van al het moois en op mijn hoede kan zijn als ik weer gevaarlijk dicht bij zo’n vogelspinhol kom.

Genoeg avontuur voor mij, het wordt tijd om de reis af te sluiten met iets vrolijks, en ja al dat vrolijks vind ik in Bahia de Salvador. Het is de stad van de Afrikaanse slaven, die Capoeira, hun keuken en religie meenamen. Dit zorgt voor een vrolijk en kleurrijk tafereel, de oude binnenstad wordt gedomineerd door felle gekleurde huisjes.

‘s Avonds lijkt het wel of het carnaval los barst, maar carnaval in juni? Door zijn kleurrijke cultuur is het elke avond carnaval in deze geweldige stad. De beat van de Samba, de Axé en de jazzy klanken van de Bossa Nova klinken tot in de kleine uurtjes door in de smalle straten.

Ook enthousiast geworden door dit reisverhaal mail mij voor een reis op maat.