Bali & Java 2011 deel 1

Hannelore Verschut op 28 August 2016
INDONESIË 2011: BALI EN OOST-JAVA

Op 11 juli vliegen we met Cathay Pacific naar Denpasar, Bali. Het is altijd een hele zit, 15 uur kale vliegtijd. Maar met geduld doorstaan we de reis, het prachtige Indonesië is immers een heel fijn vooruitzicht. In het jaar 2000, 11 jaar geleden, waren we ook op Bali. Toen met ons oudste kind van 9 maanden oud. We zijn erg benieuwd naar het huidige Bali en wat er (on)veranderd is. Dit keer nemen we onze drie kinderen (10, 9 en 6 jaar oud) mee. We gaan natuurlijk slechts een piepklein stukje van de indonesische archipel bezoeken, maar hopen dat zij zullen genieten van al het moois. Omdat de vliegreis naar Bali lang is, het tijdsverschil aanzienlijk en de kinderen nog erg jong zijn, hebben we de eerste 7 nachten in hetzelfde hotel geboekt. Bijkomstig voordeel is dat zo’n pakketje met vlucht inclusief een hotel vaak ook voordelig is. We hebben een geweldig hotel tegenover de beroemde Tanah Lot tempel aan de westkust in het zuiden van Bali. De kinderen zijn dolenthousiast. Schitterende zwembaden op verschillende niveaus met glijbanen als verbinding. En zo smaakvol allemaal. Tropische begroeiing, bloeiende frangipanibomen en iedere avond zonsondergang met de fotogenieke Tanah Lot tempel op de voorgrond. Wat wil een mens nog meer. Voor de golfliefhebbers onder ons: er is ook een hele mooie golfbaan met een uitzicht dat onbetaalbaar is. Omdat het avondeten in het hotel prijzig is voor indonesische begrippen, lopen we regelmatig in de avond via de golfbaan en de Tanah Lot tempel naar het naastgelegen dorpje waar we heerlijk eten bij een lokale Warung. Inclusief kerstverlichting en plastic tafelkleedjes. We bezoeken een aantal maal de nabijgelegen plaats Seminyak, waar een fijn zandstrand is voor de kinderen. Het is druk in Seminyak en heel balinees doet het niet aan. Het ene restaurant is nog hipper het andere. Leuk om gezien te hebben, that’s it. We maken ook nog een dagtocht naar de prachtige “ Jatiluwih rijstvelden”, een koffieplantage en de Pura Luhur Batukau tempel.

Na een week op één plek kruipt het bloed waar het niet gaan kan en willen we echt op pad, de rest van Bali ontdekken en naar Java. Weg dus uit Tanah Lot en de drukke zuidkust van Bali. We hebben op verschillende plekken bijzondere accommodatie geboekt. Eerst naar Ubud, Pemuteran, Wonotoro (Java), Kawah Ijen (Java), Pemuteran en als laatste naar Sanur.

Ubud is dus onze eerstvolgende bestemming en wat kijken we daarnaar uit. Ubud ligt in het midden van Bali en is het culturele centrum. De omgeving van Ubud is heel erg groen. Vroeger lag het echt tussen de rijstvelden, maar door de groei van het toerisme en de daaraan gekoppelde uitbreiding van bebouwing moet je naar die rijstvelden wat beter zoeken. Maar ze zijn er zeker nog, zelfs midden in Ubud. Ten opzichte van het jaar 2000 is er natuurlijk veel veranderd. Meer bebouwing (overigens allemaal laagbouw gelukkig), meer restaurantjes en winkeltjes (ja, ook een Starbucks), maar vooral heel veel meer verkeer in de vorm van brommers. Tegelijkertijd is Ubud ook gewoon Ubud gebleven: een heerlijke plek om een aantal dagen te verblijven. Ontzettend leuk om gewoon rond te wandelen, leuke restaurants en zalig eten, prachtige tropische omgeving, heel veel fijne winkeltjes en plekken waar je je kunt laten masseren (waar moeder gretig gebruik van maakt). Een aanrader is een dansvoorstelling te bezoeken die hier iedere avond worden opgevoerd, meestal in een mooie tempel. Wij brengen een bezoek aan de beroemde Kecak-dans waar een koor van mannen het geluid van apen nabootst. En last but not least, middenin het centrum van Ubud ligt het Monkey Forest. Als je hierdoorheen loopt dan stikt het van de aapjes. Een feest voor de kinderen. Ubud mag in geen enkel reisschema ontbreken. Vanuit Ubud maken we een dagtocht naar Gunung Kawi en Tirta Empul. We regelen een taxibusje en vertrekken heel vroeg in de ochtend. Het is dan nog rustig en je hebt de plekken voor jezelf. Zo kunnen we in alle rust genieten. Gunung Kawi zijn monumenten ter ere van de balinese koningsfamilie uit de 11e eeuw, hoewel men daar niet helemaal zeker van is. Voor de beleving maakt het niets uit, want de ligging is werkelijk schitterend. Daarna rijden we door naar Tirta Empul, een heilige bron die ontdekt is in het jaar 962 n. Chr. De Balinezen geloven dat het water van Tirta Empul magische krachten bezit. Overal brandt wierrook en vind je offerbakjes van bananenblad. Balinezen baden in het water van de bron. Dat maakt deze plek heel bijzonder.

Na 4 nachten in Ubud gaan we met een taxibusje helemaal naar het noorden van Bali, naar het vissersdorpje Pemuteran. Pemuteran ligt in het westen van de noordkust en is nog geen grote toeristische bestemming zoals het eveneens aan de noordkust gelegen Lovina. Pemuteran ligt vlakbij het Menjangan Marine Park, dé duik- en snorkellocatie van Bali. In kilometers is Pemuteran niet ver van Ubud. De weg lijdt echter door bergachtig gebied en daardoor doe je er 3 tot 4 uur over om er te komen. Geen punt, genoeg moois te zien. Onderweg stoppen we bij de markt van Candikuning en bij de tempel van Pura Ulun Danu Bratan. Deze tempel met een dak van 11 lagen staat middenin een meer. In Ubud hebben we op het terrein van het hotel een villa met privé zwembad, een buitenbadkamer en een enorme tuin. Een droomplek en een aanrader voor iedereen die Pemuteran bezoekt. Het klinkt heel decadent, maar de prijzen in Bali zijn heel anders (veel lager) dan op een europese bestemming. We gaan in Pemuteran dus snorkelen in het Menjangan Marine Park waar we met een bootje vanaf de kust naartoe worden gebracht. Omdat je hier heel erg dicht bij Java zit, kan je vanaf de boot de vulkanen aan de oostkust van Java goed zien. Daarna op verschillende plekken gesnorkeld en woorden schieten te kort zo mooi is hier de onderwaterwereld. In Pemuteran is ook een schildpaddenproject. De lokale bevolking zorgt ervoor dat de eieren die schildpadden hier op het strand leggen, veilig worden uitgebroed. De kleine schildpadjes blijven dan nog een aantal maanden in het “uitbroedcentrum” totdat ze groot genoeg zijn om te worden uitgezet in zee. Zo hebben ze meer kans om te overleven in een zee vol gevaren. Tegen een betaling die weer ten goede komt aan het schildpaddencentrum, mag je zelf een schilpadje uitzetten in zee. Dat willen we natuurlijk wel! De kinderen kiezen een schildpadje uit en noemen hem “Spongebob”. Daarna zetten ze hem op het strand en Spongebob loopt direct naar de zee. Nu vele jaren later vragen we ons nog weleens af of Spongebob nog leeft en is uitgegroeid tot een gezonde volwassen schildpad. We hopen het.

De volgende dag kopen we een kaartje voor de veerboot naar Java. Het is maar een klein stukje naar de overkant en na drie kwartier varen zetten we voet aan wal op Java. Omdat Java een heel groot eiland is, kunnen we slechts een klein deel bekijken. Dat wordt dus de oostkant van het eiland want dat ligt vlakbij Bali waar we over 5 dagen weer terug moeten zijn.