Sumatra, puur natuur

Margriet Noort op 28 April 2013
Sumatra, zoals het bedoeld is............................. deel 1

De reis naar het prachtige, indrukwekkende Sumatra begon uiteraard op Schiphol, waar ik aan boord stapte van Garuda, de Indonesische luchtvaartmaatschappij. Met een tussenlanding in Abu Dhabi, wat een geweldig leuke luchthaven is dat toch, landde ik uiteindelijk in Jakarta. Daar nog “even” met een binnenlandse vlucht van Garuda, naar Medan, op Sumatra. Al met al een vlucht van bijna 3 uur.

Als je uitstapt, ruik je de tropen: kruiden, bloemen, kretek en de dampige, vochtige lucht. Als eerste stond er een becak-tour op het programma, het leuke gemotoriseerde, lokale vervoer. De eerste stop was bij de Chinese tempel, heel kleurig en indrukwekkend om te zien. Elk altaar dient zijn eigen doel, dus als mensen gaan bieden, moeten ze bij het juiste altaar knielen. Er zijn er voor geluk, gezondheid, kinderwensen en nog veel meer.

Verder naar het paleis van de Sultan, de familie bewoont nog steeds een vleugel van het paleis, en toen naar de grote moskee. Uiteraard moest ik mij van top tot teen bedekken, anders mocht ik niet naar binnen. Na deze eerste dag, op tijd naar bed, want de volgende dag stond er een lange rit naar de jungle op het programma.

Na een heerlijk ontbijtje, in de bus om naar het noorden te rijden. De wegen zijn slechte, veel kuilen, gravel, geen asfalt, dus de gemiddelde snelheid ligt laag. Maar het uitzicht onderweg is prachtig. Palmen, groen, koeien, kleine dorpjes en een steeds wisselend landschap trok aan mijn ogen voorbij. Aan het eind van de middag had ik de bestemming Tangkahan bereikt, met een onderkomen, midden in de jungle. Het aantal sterren was waarschijnlijk niet zo hoog, maar de entourage verdient wat mij betreft een 10. Via de rivier moest ik oversteken om bij de cottages te komen, er was een pontje en gelukkig waren er dragers voor de koffer, dat leek me toch een hachelijke onderneming, zo met de bagage over een wiebelend, smal loopplankje. Aan het eind van de middag stond er nog tubing op het programma. Liggend op een groot formaat binnenband zakte ik de snelstromende rivier af, genietend van de groene jungle om mij heen en van de stilte.

De volgende ochtend naar de olifanten, gelukkig niet zo’n toeristische attractie als in bijvoorbeeld Thailand. Hier werken de olifanten in het oerwoud en slecht een paar keer per week worden ze gebruikt voor ritjes met toeristen. Het ritueel begint met het ontlasten van de dieren. Als ze dit niet zelf doen, halen de olifantentrainers de ontlasting zelf uit de beesten. Niet echt mijn “cup of tea”, maar wel nodig, omdat de rivier waar de olifanten in badderen, ook door de bevolking wordt gebruikt om zichtzelf te wassen, de kleding en groente te wassen en ook de afwas wordt hierin gedaan. Na dit eerste ritueel, mocht ik de olifant wassen in de rivier. Gewapend met een harde borstel heb ik flink mijn best gedaan om het beest schoon te schrobben. Hij leek er van te genieten, hij bleef er rustig bij liggen. Na het bad heb je natuurlijk honger, dus mocht ik ze eten geven. Als dank krijg je een kus, als je dat wilt, en dat wilde ik uiteraard graag. Wie zou er niet zo’n heerlijke olifantenkus willen?

Dan volgt de rit door de jungle, echt heel geweldig. Langs ijselijk smalle paadjes, zodat je je afvraagt of die olifant onder je er wel door past, door de rivier, over hellinkjes, zeg maar echt “off the road”. Na dit zeer leuke avontuur, verder naar Bukit Lawang, gelegen aan de rand van het Leuser NP. Deze lodge was wel een paar sterren meer, maar je mist een beetje de oerwoudgeluiden. Gelukkig maakte de stromende rivier en de aapjes in de tuin, dat wel weer deels goed.

Lees ook deel 2 van mijn reis naar Sumatra ook, met daarbij mijn eindbeoordeling over dit eiland dat bij het mooie, indrukwekkende Indonesië hoort.