Cambodja het land van tuktuks tempels

Walter Colijn op 22 March 2018
…..bijzondere culinaire hoogstandjes, vriendelijke mensen en een gruwelijke recente geschiedenis.

In maart 2018 was ik op werkreis (studiereis heet het eigenlijk) naar Cambodja. Voor de meesten is het dan ‘fijne vakantie’ wat ik toegewenst krijg, maar het is toch echt werken. Want om in 8 dagen alle highlights te zien, dat betekent vroeg op en lange dagen maken.

Onze reis begon uiteraard met een vlucht. Cathay Pacific vervoerde ons, via Hong Kong, naar hoofdstad Phnom Penh. Wij kregen naar Hong Kong de Premium Economy te ervaren. Dit is zeer zeker een aanrader vanwege de ruimere stoel inclusief voetensteun. Ook je tafeltje is groter en ik vond dat vanwege mijn fysiek (altijd ruzie met mn bestek) erg prettig. De maaltijd is echter grotendeels gelijk aan die van de Economy en je krijgt derhalve gewoon service ‘in-1-keer’ In Hong Kong hadden we ‘s morgens een korte overstap, net genoeg tijd voor een bezoek aan een mondiale koffiegigant. Vanwege het tijdsverschil met Nederland (-6 uur) was het voor ons gevoel nacht terwijl de dag net was aangebroken. Na de vlucht van bijna 3 uur kwamen we aan in Pnohm Penh waar onze gids Dara al stond te wachten. Maar ho, stop…eerst naar een Simkaartwinkel om een Cambodjaanse SIM aan te schaffen. 5 USD voor 3 GB: ruim voldoende voor internet voor een week. Ik had geen plannen om te bellen, anders dan via Whatsapp of te Facetimen.

Hup de bus in en acclimatiseren maar: aan de temperatuur, maar ook aan de manier waarop men bijna dag en nacht op straat leeft. Het ene winkeltje na het andere langs de weg. Want de Cambodjanen weten van werken. Nee, lui zijn is er niet bij. In de horeca, maar ook met machines of een motorwinkel.

Motoren? Die zijn er genoeg. Je struikelt er over de Tomossen, Zundapps, Kreidlers, Vespa’s (of hoe ze ook heten daar, maar deze merken kennen we hier tenminste) en de TukTuks. Dat is zo’n zelfde merk motor, met een trekhaak op de plek van het zadel en een vaak rijk versierd 4 of 6 persoons ‘ bakje’ erachter. Het viel op dat er geen minimum leeftijd lijkt te zijn voor het besturen van een motor, want we zagen ze vanaf een jaar of 9 kundig door het verkeer laveren. Onze eerste accommodatie was verstopt in een steegje. Zo eentje waar je in het donker niet graag loopt. Gelukkig was het er niet donker, maar zeer goed verlicht, dus niks te vrezen. Een prima boetiekhotelletje, dat Patio Hotel. Goede kamer en nadat we waren uitgepakt, ging het richting dakterras. Want daar was het zwembad, een infinitypool met uitzicht over de stad. Wat was dat lekker, even op temperatuur komen bij 36 graden… ’s Avonds dronken we een drankje in de Correspondents Club, een verzamelplaats voor mensen van diverse pluimage. In de tijd van de Rode Khmer werd het pand gebruikt als ministerie van Binnenlandse Zaken. Aansluitend hadden we diner in een restaurant dat geheel wordt gerund door kansarme jongeren onder begeleiding van mentoren. Oog voor de toekomst!

De 2e dag begon al vroeg. Vervoer voor de dag? De eerder genoemde TukTuk.

Wat een vaardigheid in het verkeer hebben die chauffeurs! Verkeersregels? Kijken of je in kunt voegen? Kruising netjes oversteken? Niet nodig! Ook spookrijden kunnen ze als de beste. Gewoon aan toegeven en go-with-the-flow. Het hoort erbij. Onze eerste bestemming was de S21 (Security Prison 21) gevangenis Tuol Sleng. In de tijd van Pol Pot en de Rode Khmer werd een school gevorderd en compleet omgebouwd tot martelgevangenis. Want Pol Pot wilde in 1975 van Cambodja een boerenstaat maken waar landbouw het enige vak was dat uitgevoerd mocht worden. Intellectuelen, mensen met bril, doktoren en anderen die een gevaar zouden vormen voor het nieuwe regime werden hier gevangen genomen, ondervraagd, gemarteld en vermoord. Ik heb de meest vreselijke martelwerktuigen aanschouwd en gelezen over gruwelijke manieren waarop mensen ter dood werden gebracht. Van naar het schijnt veertien tot 17000 mensen die de S21 binnengingen overleefden er slechts 11. Waarvan er enkelen nog altijd in meer of mindere gezondheid op een stoel dagelijks te ontmoeten zijn op het terrein zelf. Hele oude mannetjes (zo groot zijn ze namelijk niet (meer) ) die voor het leven getekend blijken.

Onder de indruk, maar ook bewust van het gegeven het ‘aapjes kijken effect’ te willen vermijden, heb ik van alle locaties die we bezochten en te maken hadden met de Khmer Rouge eigenlijk weinig foto’s gemaakt. Je moet hier gewoon zelf geweest zijn. Ik besefte mij dat ik al op de aarde rondwandelde en onbezorgd op ons garageplein aan het spelen was met mijn skelter, terwijl kindsoldaten werden opgeleid met geweren hun eigen volk te lijf te gaan.

Na enkele bezoeken aan hotels die op zichzelf mooi waren, maar zo’n contrast vormden met het teken waarvan deze dag in mijn beleving stond, bezochten we ’s middags de Killing Fields. Ook al ben ik nog niet zelf in Auschwitz geweest, kan ik mij voorstellen dat beide locaties gelijkenissen met elkaar hebben. Ook hiervan zeg ik: het hoort bij een bezoek aan Cambodja, des te meer bewondering krijg je voor de mensen die NU leven en iets van het leven maken, voornamelijk gebaseerd op het toerisme. Derhalve dus afhankelijk zijn van onze komst. Want er zijn ca. 20 miljoen mensen vermoord en zijn voornamelijk de jonge mensen, de huidige generatie dus, overgebleven. ’s Avonds zijn we na het diner uit geweest in een rooftop bar, bovenop een kantoorgebouw. Het deed hier westers aan en ook de bezoekers behoorden tot het welvarende deel van de maatschappij.

Contrast blijkt het sleutelwoord van deze reis, besef ik mij. Na 2 nachten hoofdstad hadden we een lange dag in de bus voor de boeg. Halverwege bezochten we de plaats waar alle koningen gekroond zijn (de huidige koning is 35 en vrijgezel, dus…grijp je kans) Vol met tempels en de nodige traptreden waar ik tegenop zag, maar waar ik het met het juiste schoeisel tot een goed einde heb gebracht. Tijdens je wandeling wordt je wel continu vergezeld door kindertjes die om geld bedelen. Geef hier geen gehoor aan, want die kinderen moeten alles inleveren bij criminele volwassenen en hun organisaties.

De ruimte in deze blog blijkt te klein voor mijn verhaal, dus wanneer je alles wilt lezen van mijn avonturen in Azië, kijk dan op het 2e blog