Namibië 3; veel zand, flamingo's, stokstaartjes en de Afrikaanse zon

Minke Smits-Steintjes op 07 May 2022
De volgende dag waren we vroeg op pad. Een lange (helaas grotendeels geasfalteerde) weg brengt je bij de bekendste plek van het land; Sossusvlei en Deadvlei. Het was een bijzondere ervaring, want er was een hele harde zandstorm waardoor we onderweg niet van het uitzicht op de zandduinen konden genieten, en vooral erg veel zand aan het happen waren op de momenten dat we niet in de auto zaten. Zelfs de chauffeurs in het park hadden dit nog niet zo erg meegemaakt, wat het een unieke ervaring maakt ;-). Na een korte maar pittige wandeling door de zandduinen kwamen we uit bij Sossusvlei en Deadvlei en het was meteen duidelijk dat dit de bekendste plek van het land is, zoveel mensen hadden we al heel lang niet gezien. De wind liet het eventje toe om nog een klein stukje van Dune 45 te beklimmen. Tot het moment dat we letterlijk door de wind weggeblazen werden en we compleet werden gezandstraald. Het was ook tijd voor de lunch, dus dat hebben we in het restaurant in Sesriem gedaan en vervolgens terug naar de lodge voor een relaxte middag.

De mooiste route tijdens onze reis, was de route van Sesriem naar Aus via de D845 en C27, door het indrukwekkende NamibRand Nature Reserve. Wat een prachtige landschappen, mooie bergen maar ook weidse vlaktes, veel wilde dieren en prachtige luchten. Kortom; een geweldige route! Vanuit Aus reden wij westwaarts naar de kust en ondanks dat dit geasfalteerd is (toch minder avontuurlijk) is ook deze route erg mooi want aan je rechterkant heb je het NamibRand Nature Reserve en aan je linkerkant het Tsau//Khaeb National Park / Sperrgebiet. Na al het zand was het super fijn om weer een aantal dagen aan de kust te verblijven in Lüderitz. Vanaf ons balkon zagen we de zee onder ons, roken we het zoute water en hoorden we de meeuwen, heerlijk! Even al het zand van ons afspoelen ;-)

Alhoewel, de volgende ochtend hebben we Kolmanskuppe bezocht. Ooit ging men hier opzoek naar diamanten, maar nu is het stadje bedolven door zand, veel zand. In welk gebouw je ook loopt, door welk raam je naar binnen kijkt, overal zie je zand. Via onze gids hoorden we de verhalen achter de gebouwen en voorwerpen. Wat een bijzonder bestaan moet dat zijn geweest. We hadden inmiddels meer dan genoeg zand gezien en zijn lekker een broodje gaan eten aan de kust bij Shark Island. Natuurlijk konden we het niet laten om weer op zoek te gaan naar wilde dieren, dus op naar het schiereiland. Via een Second Lagoon vol flamingo’s zijn we naar Dias Point en de vuurtoren gereden. De oorspronkelijke brug naar Dias Point is er niet meer, maar met wat klimmen en klauteren zijn we er toch gekomen. Heerlijk om de zee te zien, hoever je ook kijkt. Vanaf Guano Bay zouden we de pinguïns op Halifax Island kunnen zien. Helaas waren ze er niet, maar hebben we wel wederom erg veel flamingo’s gezien, dus die kunnen we ook afvinken ;-)

Na een korte reisdag kwamen we begin van de middag al aan in Keetmanshoop, een klein stadje met erg veel kerken en onze uitvalsbasis voor een bezoek aan de Fish River Canyon. Dit rit er naar toe is land maar heel erg mooi. Super leuk dat je dan opeens vanuit het niets een roadhouse ziet met een tankstation, een tuin vol met oude voertuigen en een groot restaurant dat je haast een museum kunt noemen. Overal oude voertuigen en van alles wat daarmee te maken heeft. Denk aan duizenden nummerplaten en oude voorwerpen van tankstations. Vooral voor Rutger weer een plek om zijn ogen uit te kijken. Maar we kwamen voor de Fish River Canyon. Wauw, wederom wauw! Wat een schitterende plek die zich door foto’s niet laat vastleggen. Vanuit diverse uitzichtpunten zie je de kloof onder je en wat is dat indrukwekkend! De diepte, de grootte, de grillige vormen, wat is het een fantastische plek. Toen we uitgekeken waren was het rond lunchtijd, dus gingen we terug naar de roadhouse voor een hapje en een drankje voordat we terug naar ons huisje in Keetmanhoop reden.

Onze volgende stop was de Kalahari woestijn, die zich met zo’n 900.000km2 uitstrekt over Namibië, Botswana en Zuid-Afrika en daarmee in de top vijf staat van ’s werelds grootste woestijnen. Natuurlijk hebben wij daarvan maar een heel klein gedeelte gezien, maar wat was het er weer mooi. Vanuit ons huisje bij de lodge, maar ook vanuit het zwembad keek je naar de woestijn, die echt niet alleen maar uit zand bestaat. Er leven veel boom- en plantsoorten, maar ook veel dieren die wij tijdens een sundowner game drive gezien hebben. We hebben genoten van een mooie rit door de duinen waarbij we gemsbokken, giraffen, springbokken, kudu’s, een leeuwin en onze eerste stokstaartjes zagen. Wat een grappige roofdiertjes zijn dat, haha! Ook zijn we op pad geweest met vier jongens van de San gemeenschap (bekend als de Bosjesmannen). Zij vertelden ons in hun eigen taal over tradities en gebruiken en door het uit te beelden konden wij het redelijk volgen. Zo lieten ze zien hoe ze water bewaren in struisvogeleieren, welke natuurlijke medicijnen ze gebruiken tegen opstopping en diarree en hoe ze jagen. Helaas is het leefgebied van de San flink verkleind maar gelukkig brengen ze deze tradities en gebruiken al generaties lang over.

Voordat we naar onze laatste bestemming reden, werden we nog verrast door een hele grote varaan op de weg. Ook al zo’n indrukwekkend dier. Onze laatste stop was in het GocheGanas Nature Reserve, een prachtig natuurgebied net ten zuiden van Windhoek en daardoor perfect om onze rondreis relaxt af te sluiten. De mannen hebben een laatste gamedrive gemaakt en ik heb genoten van een heerlijke massage met schitterend uitzicht over de heuvels. Wat een mooie plek om onze reis af te sluiten.

We vlogen pas ’s avonds weer terug naar Europa, dus nog volop de tijd om te genieten van een laatste dag in Namibië. Bij het verlagen van het GocheGanas Nature Reserve kwamen we een hele grote groep bavianen tegen die ons allemaal heel nieuwsgierig nakeken. Toen was het tijd om weer naar de bewoonde wereld te gaan. Met een korte stop in Windhoek om souvenirs te shoppen en een bezoek aan mijn lokale agent te brengen hebben we heerlijk geluncht bij een lodge aan een meer vol vogels. Hier konden we in alle rust alle tassen klaarmaken voor de terugvlucht naar huis. En met de Afrikaanse zon die onderging liepen wij het vliegtuig in en wederom vloog ik met tranen over mijn wangen terug naar huis.

Namibië zit in mijn hart. Namibië blijft in mijn hart!