Namibië overland

Anja Gröbel op 01 May 2008
Namibië is een van de meest diverse landen op het Afrikaanse continent. De natuur strekt zich uit van de Namibwoestijn in het zuidwesten, tot aan de mopanebossen in de noordoostelijke Caprivi strip. De demografische verscheidenheid is zoniet nog groter. Reden te meer om ons in het zuid westen van Afrika eens te laten verassen. We besluiten deze keer de noordelijke helft te doen van dit weidse Afrikaanse land. Met een rechtstreekse vlucht vanuit Dusseldorf vliegen we naar Windhoek, de hoofdstad van Namibië. Het land is meer dan 20 maal zo groot als Nederland. Er wonen echter niet meer dan 2 miljoen mensen. Met onze huurauto zullen we dus weinig mensen tegen komen in dit uitgestrekte land.

Vanuit Windhoek gaat het richting Swakopmund, een oude Duitse kustplaats waar veel nog doet herinneren aan de tijd dat Namibië een Duitse kolonie was. Het ligt omgeven door de Namibwoestijn enerzijds en de Atlantische oceaan anderzijds. “Dune Seven” is een van de bekendere woestijnduinen in de omgeving. Het Zuid-Afrikaanse leger had hier jarenlang een kamp en liet de militairen o.a. voor straf met volle bepakking de 100 meter hoge duin op en af lopen. Wij begrijpen tijdens onze beklimming waarom, maar het waanzinnige uitzicht over dit kale stuk Namibië vergoed heel veel. We verlaten de kust en de woestijn richting Erongo. Hier overnachten we in luxe tenten tussen de typische kopjes van Erongo. De droge woestijnlucht zorgt voor een schitterend zicht op de talloze sterren die zich van horizon tot horizon in de maanloze Afrikaanse nacht uitstrekken. Nooit geweten dat er zoveel sterren waren. Het gebrul van de bavianen maakt het kompleet. Dit is een beleving die met geen pen te beschrijven is.

Om het echte wild te zien moeten we naar het Etosha national park gaan. Rondom het nationale park zijn talloze lodges, maar ook in het park zelf is er, verdeeld over 3 basiskampen, voldoende ruimte om te overnachten. Op een oppervlakte ter grote van noord Nederland is hier al het grote en kleine wild volop te zien. In de dagen dat we daar doorbrengen komen we de meest uiteenlopende diersoorten tegen. Soms liggen antilopen midden op de weg en gaan geen strobreed aan de kant.

Na veel droge, stoffige gebieden te hebben doorkruist komen we aan in de Caprivi strip. Hier begint donker Afrika. Water is er volop aanwezig dat via diverse rivieren uit de Angolese hoogvlakten wordt aangevoerd. Uiteindelijk vindt het water haar rustplaats in de Okavango delta in Botswana. Het spreekt voor zich dat de Caprivi strip een springplank is naar deze “Garden of Eden” en als voorportaal al veel van dat natuurschoon te bieden heeft. Een netwerk van kleine riviertjes biedt huisvesting aan vele nijlpaarden en krokodillen.

Peddelend langs knorrende nijlpaarden in deze wirwar van riviertjes kan ik mij bijna niet voorstellen dat we enkele dagen geleden nog op een van de hoogste zandduinen van de Namibwoestijn stonden. En toch is dit alles in een land te vinden. Een groter contrast is er in de wereld bijna niet te vinden.

Hoelijk tot heel gauw weer !