Op reis door Nicaragua - Deel 2

Barbara van Ham on 01 januari 2023
Deel 1 van mijn reis door Nicaragua eindigde met de verplaatsing naar Esteli. Hier gaat dit blog verder.

"De Somoto Canyon is een enorme canyon waar ik een tour maakte met een lokale gids. Tijdens de tour gingen we door de canyon wandelen, klimmen en klauteren over rotsen, in het water springen en stukken zwemmen. De canyon was echt prachtig, toornde hoog boven je uit en al drijvend op je rug (fijn zo’n zwemvest) kon je echt goed rondkijken en genieten."

Na Esteli reisde ik met de bus door naar León. "Mensen vergelijken León en Granada en adviseren zelfs om een van de twee over te slaan. Niet doen! Je moet ze echt allebei bezoeken. Het is wat drukker en levendiger dan Granada. De stad kent rustigere straatjes, maar ook verschillende drukke markten waar echt vanalles en nog wat te verkrijgen is. Winkels kent Nicaragua, zoals vaak in Latijns Amerika, niet en dus is alles op straat verkrijgbaar. Van kinderspeelgoed tot sokken en van stereo’s tot aan (motor)fietsen. Het is een komen en gaan van mensen en het eten in de kraampjes op straat is voortreffelijk! Ik heb in Nicaragua echt heerlijke maaltijden op en betaalde daar nog geen € 2,- voor. De muggen zijn weer terug (al waren ze buiten Esteli nooit echt weg) dus ik zie er weer uit als een krentenbol en het is weer bloed- en bloedheet. León ligt te midden van een hoop vulkanen, waarvan de ene nog actiever is dan de andere. Een aantal roken echt zo enorm dat ik bijna naar het evacuatieplan zou vragen. Vanavond ben ik weer in de toren van de kathedraal geklommen. Dit is de grootste kathedraal van Centraal-Amerika en het dak is heel erg wit. Zelfs zo wit dat je niet zonder zonnebril het dak op mag. Ik dacht slim te zijn en dus niet midden op de dag te gaan, maar toen de zon wat was afgenomen. Stom natuurlijk, want dan ligt het halve dak in de schaduw en is het effect van het wit weg.

Vanuit León boekte ik een hike met overnachting op de camping naast de krater van de actieve Telica vulkaan. Bepakt en bezakt met een tent per twee personen, eten voor de hele groep en acht liter water per persoon verzamelden we ’s morgens vroeg. Het was echt snik en snikheet (tegen de 40 graden) en volle bak zon. De hike was niet echt bijzonder. Het uitzicht vanaf de camping en de ervaring rondom de krater absoluut wel! We kampeerden echt naast de krater, waar we de komende uren nog een paar keer naar toe liepen. Zo gingen we de krater bekijken toen het nog licht was (dan zie je echt niets dan rook in de krater, maar heb je wel een prachtig 360-graden uitzicht), we bekeken de zonsondergang vanaf de krater, liepen terug naar de krater toen het donker was en bewonderden de zonsopkomst bij de krater. Toen het donker was, zagen we door de rook niet heel erg veel van de lava. Naarmate we langer wachten was er steeds meer lava zichtbaar. Niet zoveel als bij de Masaya-vulkaan, maar genoeg om onder de indruk te zijn. Waar we nog meer van onder de indruk waren, was het enorme geluid dat uit de krater kwam. Het leek wel alsof je op de startbaan stond van een enorm druk vliegveld, wat een enorm kabaal kwam er uit dat gat zeg! We konden hier echt tijdenlang naar luisteren en bleven maar onder de indruk. Een hele bijzondere ervaring deze trekking!

Na de beklimming van de Telica-vulkaan stond alleen nog het ‘volcano-boarden’ op de Cerro Negro vulkaan op mijn lijstje. We moesten eerst een behoorlijk eind de vulkaan opklimmen, wat best zwaar was omdat je het enorm houten board achter op je rug had zitten. Tijdens de klim waren de uitzichten echt fantastisch. Tijd voor uitzichtfoto’s en voelen hoe warm de aarde was. Als je een stukje gesteente bij je oor hield, hoorde je het gewoon knetteren. We moesten een knalgeel overall aan, handschoenen aan, een duikbril op en een bandana voorbinden. Tijd om echt naar beneden te boarden! De instructies waren duidelijk: naar beneden door het lavagruis en niet remmen onderweg. Het record was 91 km per uur, dat heb ik zeker niet gehaald! Het lavagruis zat inmiddels echt overal en dagenlang heb ik nog stof uit mijn haren, oren en neus gehaald.

Daarna reisde ik per shuttle naar Las Peñitas, een rustige badplaats van een straat lang, waarbij alle restaurants en hostels ongeveer aan het strand liggen en je voornamelijk verplaatst via het strand. Ik heb er twee nachten geslapen, maar had het idee dat ik er een week zat en het hele dorp kende. Ik kwam allemaal andere reizigers van deze trip tegen en we waren in zeer korte tijd een soort van onafscheidelijke groep geworden. We onttmoeten elkaar voor ontbijt, lunch en diner en tussentijds zaten we op het strand te kaarten, bier te drinken en trotseerden we de enorme golven gesurft werd. Elke avond rond zonsondergang legde iedereen zijn spullen neer, werden er blikjes bier gehaald en genoten volop van de zonsondergang vanaf het strand voordat we weer verder gingen met kletsen.

Vanuit Las Peñitas reisde ik naar een eco-lodge met een beschermingsprogramma voor schildpadden. Een bioloog in de lodge houdt alles nauwkeurig bij en had al gezegd dat er een dezer dagen iets zou gaan gebeuren. Die avond was het zover, een deel van de eieren was uitgekomen en dat resulteerde in 53 minuscule babyschildpadjes. Het leven van een schildpad is heel zwaar: nog voor je geboren wordt, laten je ouders je al in de steek en moet je hopen dat je als ei niet doorverkocht wordt op een illegale markt. Zodra je uit het ei komt, moet je binnen een paar uur rennen voor je leven op het strand richting een bundel licht en voor je het weet wordt je, zonder ook maar enige zwemles, opgeslokt door de grote golven van de oceaan om vervolgens zo snel mogelijk te zwemmen en een veilige plek te vinden voor de vogels je opeten. We lieten de kleintjes rennen op het strand, ze schoten echt alle kanten op! Terwijl wij de kleintjes te water lieten, had een andere moeder haar eieren op het strand begraven. We haalden ruim 105 eieren uit het nest. Die liggen allemaal bewaakt in de grond tussen de andere eieren (keurig op datum gesorteerd) en over een dag of 45 zouden deze schilpadjes ook de zee in gelaten geworden."

Met paard, boot en shuttle ging ik terug richting León, vanwaar ik per taxi naar de busterminal ging, om vervolgens per expressbus naar Managua te reizen en daar per taxi naar mijn hostel bij het vliegveld terecht te komen. Ja, je gebruikt werkelijk alle vervoersmiddelen en dat in een tijdsbestek van ongeveer vijf uur. Mijn reis door Nicaragua is helaas ten einde, maar ik kom zeker nog eens terug!