Lissabon, stad van de fado

Karin van Rossum op 16 November 2000
Lisboa, mijn eerste reis voor werk, de stad van de zeven heuvelen!

De wijk Baixa, of te wel benedenstad, is het drukste gedeelte. Het plein Praca dos Restauradores hebben we bezocht, dat herinnert aan de onafhankelijkheid van Spanje in 1640. Rua Agosta, een levendige autovrije straat met mozaïeken en omgeven door boetieks en terrassen, is de deftigste straat van Baixa. De Elevador de Santa Justa is een neogotische lift die werd gebouwd door de Fransman Raoul Mesnier du Ponsord, een leerling van Gustav Eiffel en verbindt Baixa met het 32 meter hoger gelegen Bairro Alto. Het is een ijzeren met filigrein versierde lift en een belangrijke toeristische attractie. Aan het eind van de Rua Agusta eindig je bij de Triomfboog met het plein Praca do Comercio waar een ruiterstandbeeld staat van koning Jose 1 met uitzicht over de brede Taag. Met de tram heen en terug naar Bairro Alto, een van de mooiste wijken van de stad is zeker een aanrader. Ook een bezoek aan een restaurant, waar het Portugese levenslied de fado gezongen wordt is zeker een must!

Verder is er de Avenida da Liberdade, een boulevard met veel sfeer en fonteinen en monumenten. We hebben de wijk Rossio, het hart van Lissabon bezocht en via de oude middeleeuwse wijk Alfama het Castelo de Sao Jorge met een bezoek vereerd. Veel steile trappen en straten dus probeer van boven naar beneden te lopen! Vanuit het kasteel is er een prachtig uitzicht over de Taag. Verder is er een vlooienmarkt op zaterdag wat ook erg leuk was te bezoeken.

Op naar Belém, een wijk dat onderdeel van Lissabon is. Vroeger was het onlosmakelijk verbonden met de Portugese Gouden Eeuw der Ontdekkingsreizen. Tegenwoordig is Belém een ruime, groene wijk met veel musea en parken en tuinen. Veel gezellige cafe’s en een aanrader is om een ‘um bic’, Portugese koffie te drinken met een ‘pasteis de nata’(roomgebakje).

Het klooster Monsteiro dos Jerominos, een monument dat de rijkdom in het tijdperk van de ontdekkingsreizen weerspiegelt, met diverse graftombes bekeken. Praca do Imperio heet het plein ervoor. Palacio de Belem, 16e eeuws voormalig koninklijk paleis staat bekend als het ‘roze paleis’ vanwege de zachtroze facade.

Torre de Belém werd tussen 1515 en 1521 in opdracht van koning Manuel 1 als fort gebouwd midden op de Taag. Dit werd het symbool van de Portugese macht en een baken voor zeevaarders die terugkeerden. Ponte 25 de Abril is een mooie hangbrug en aan de zuidoever van de Taag staat het 28m hoog Christusbeeld, Cristo Rei. Vlak aan het water staat Padroa des Deacombrimentos, monument der ontdekkingen. Verder zijn we langs het voetbalstadion van Benfica gereden. De stad is heel makkelijk per metro te bezoeken. Las Docas is het uitgaansdeel van Lissabon met veel discotheken, de pubs liggen hier in de oude haven en zijn vaak gevestigd in de oude pakhuizen langs de Taag.

In de omgeving van Lissabon liggen allemaal leuke plaatsjes zoals Estoril, Gincho, Cabo da Roca, de meest westelijke punt van het vaste land en Sintra met beboste ravijnen en zoet waterbronnen. Cascais is een moderne badplaats met mooi langs de kust gelegen hotels, en een bruisend uitgaansleven. Estoril was ooit een mondaine badplaats, vele koningen vestigden zich hier, nu staan er grote villa’s, moderne appartementen en vijf sterren hotels.

Lissabon, met pittoreske straatjes en een gezellige sfeer, is minstens zo mooi als Parijs, Barcelona of Rome, een echte stedentrip waard! Neem contact met me op voor vragen!