Madagascar route en tips

Marinka van Dijk op 06 July 2017
Onze route: van Tulear naar Ranomafana

De klassieke rondreis Madagascar gaat van highlight naar highlight. Als je weinig tijd hebt, is deze route ideaal. Je reist van de hoofdstad Tana naar het strand bij Tulear of Ifaty in het zuidwesten. Wij doen het net even anders en vliegen direct door van Tana naar Tulear en beginnen daar met onze rondreis. De eerste dag rijden wij van Tulear naar Isalo. Dit is een route van vier uur over een goede asfaltweg. Om niet het gevoel te hebben dat we op onze reisdagen alleen maar in de auto zitten, stoppen we onderweg bij mooie bezienswaardigheden. Het Zombitse is een leuk park om te bezoeken als tussenstop tussen Tulear en Isalo. Wandelingen van 1 tot 2 uur zijn mogelijk, en dat is net een mooie pauze in je reis. Het park is verrassend leuk met nachtlemuren, sportive lemuren en verraux sifaka’s die je zeker zult zien tijdens je wandeling. Ook staan er in dit park een paar prachtige Baobab bomen. In Isalo slapen wij twee nachten in het mooie hotel Jardin du Roy voor 120 euro per nacht. Een goedkopere optie is de Isalo Ranch waar we heel veel goede verhalen over gehoord hebben. Voor 60 euro per nacht inclusief ontbijt.

De volgende dag maken we een prachtige hike van zes uur in het Isalo National Park. De dag daarop gaan we op pad naar onze volgende bestemming. Een route van acht uur met een tussenstop in het Anjapark. Als je weinig tijd hebt is deze route prima in één dag te doen, inclusief de stop bij het Anjapark. Als je meer tijd hebt, meer wilt wandelen of meer cultuur wilt snuiven dan is het handiger om een extra stop in te lassen bij het Andringita gebergte (hiken) of bij Ambalavao (zebumarkt, zijde, papier) Het Anja Reserve is een geweldige tussenstop. Het kleine parkje zit tjokvol met ringstaartmaki’s. Een wandeling van één tot anderhalf uur is voldoende om het hele park te zien. Bij de ingang zit een restaurantje zodat we met een goedgevulde maag weer op pad gaan. Om half zes ’s avonds zijn we in Ranomafana waar we twee nachten logeren in de Setam Lodge. Een basic lodge zonder kraak of smaak, maar het schijnt in deze omgeving nog één van de luxe opties te zijn. Reken op ongeveer 50 euro per nacht. We maken ’s avonds een nachttour en de volgende dag een dagwandeling in het Ranomafana National Park. Dit park is na de ontdekking van de golden bamboe lemuur, één van de drukste parken geworden. Wil je deze drukte ontlopen dan is het beter om een twee daagse tocht te boeken. De dagwandelingen zijn allemaal hetzelfde en beginnen bij de golden bamboe lemuur (men weet waar ze zich ophouden). Daarna ga je op zoek naar zoveel mogelijk andere lemuren. De wandelingen duren maximaal drie tot vier uur.

De volgende dag hebben we een route van acht uur voor de boeg naar Antsirabe. Tussendoor stoppen we om te lunchen in Ambositra. Deze plaats is ook leuk om een langere stop in te lassen. Onderweg zien we regelmatig een grote groep in het wit geklede mensen feestvieren. Het blijkt de Famadihana te zijn, het zgn. feest van het “wassen van de botten”. De doden worden uit hun tijdelijke graf gehaald en naar hun permanente graf gebracht. Deze –voor ons- lugubere manifestatie is in werkelijkheid een dansfestijn, voorzien van eten en (veel) drank. Toeristen zijn vaak welkom om deze bijzondere ceremonie bij te wonen. Vraag eventueel je gids om een uitnodiging. In Antsirabe logeren we twee nachten in het heerlijke Couleur Café.

De volgende dag maken we een leuke fietstocht in de omgeving. Een aanrader! Van Antsirabe rijden we in acht uur naar Andasibe, in het oosten van Madagascar. Als tussenstop brengen we een bezoek aan Peyrieras Reserve. Dit is een klein dierenparkje met kameleons, gekko’s, slangen en ander klein grut. Het ziet er wat vervallen uit maar de rondleiding is de moeite waard. We slapen één nacht in de Eulophiella lodge. Een prachtige lodge maar helaas erg weinig bezocht. Dat snap ik ook wel een beetje want de lodge ligt 5 km. offroad van de doorgaande weg af, en dat betekent een half uur extra rijden.

De volgende dag bezoeken we Andasibe National Park. Wij maken een lange wandeling van zes uur. In Andasibe zien we de beroemde Indri Indri Sifika met zijn kenmerkende geluid. En gelukkig laat ook de diadeem Sifaka zich zien. ’s Middags rijden we terug naar Tana, de hoofdstad. De reis naar Tana gaat redelijk voorspoedig maar wat we niet weten is dat Tana een totaal dichtgeslibte stad is. Dichtgeslibt met verkeer welteverstaan. Waar je ook vandaan komt, en waar je ook naar toe moet, als je langs Tana moet, dien je twee uur(minimaal) extra uit te trekken voor je reis. Wij komen pas ’s avonds om acht uur aan in ons hotel Au Bois Vert, bij de luchthaven, waar we een nachtje slapen, om de volgende dag door te vliegen naar het noorden.