Kuala Lumpur, Borneo en stranden

Romy Steenmeijer on 08 september 2018
Azië, ik vind het een prachtig deel van de wereld. De cultuur, de inwoners, de prachtige natuur, het eten en niet geheel onbelangrijk, het is/was betaalbaar. Mijn eerste verre reis was dan ook naar Thailand en later naar Bali en Java. Prachtige reizen met vriendinnen waar je voor een paar euro heerlijk kon eten, goed kon slapen en ach als je de tijd had kwam je met het OV ook best een eind. Nu we iets meer te besteden hebben wilden we ook graag een iets comfortabelere vakantie maar ook de geijkte Aziatische banen een beetje af. Na wat research waren we eruit, een roadtrip door Maleisië. Dit land staat er vooral bekend om erg schoon te zijn, dit in tegenstelling tot sommige andere Aziatische landen. Ook het verkeer is een stuk minder hectisch waardoor we het wel aandurfde om zelf een auto te huren en op roadtrip te gaan. Let er wel op dat ze in Maleisië links rijden, dat is altijd even wennen!

Vanaf Amsterdam vlogen we naar Kuala Lumpur, of zoals ze zelf zeggen KL. De stad is zoals je verwacht van een Aziatische stad, druk, veel taxi’s, veel winkels en veel grote hotels. Toch was het niet zo’n chaos als bijvoorbeeld in Bangkok, minder getoeter en iedereen liep netjes aan de juiste kant van de straat. Omdat het zo’n grote stad is hebben we een hop on hop off bus genomen om zo de stad zo efficiënt mogelijk te zien. Het letterlijke hoogtepunt waren toch wel de Petronas Towers, je kan een kaartje kopen en helemaal naar boven gaan maar vanaf de grond zijn ze ook al spectaculair om te zien. Een tip van de locals zelf, koop een kaartje voor de tv tower om zo een fantastisch uitzicht te hebben op de Petronas towers en de stad met als voordeel dat je een stuk goedkoper uit bent!

Na 2 dagen in Kuala Lumpur begon onze reis naar Maleisisch Borneo. We hebben lang getwijfeld om dit toe te voegen aan onze reis want het ligt niet echt op de route. De wens om een keer naar Borneo te gaan was echter te groot dus we zijn overstag gegaan. Vanuit de stad kan je een vlucht boeken naar Sandakan, dit duurt ongeveer 3 uurtjes. Deze plaats zelf stelt niet veel voor maar is wel een goed startpunt. Wij hadden een pakket voor 4 dagen/3 nachten geboekt bij het Sukau Rainforest lodge en werden ook door hen opgehaald in de ochtend. De eerste stop naar onze bestemming was Sepilok, een Orang Oetang opvang centre. Hier vangen ze zieke Orang Oetangs op die moeten aansterken. Het bijzondere is dat de dieren altijd vrij zijn om te gaan en staan waar ze willen. Ze leven hier dus niet gevangen en sommige Orang Oetans gaan na een tijdje dan ook weer verder het regenwoud in. De route gaat verder door hectares vol met palmolie landerijen en gaat langzaam over in het regenwoud. Uiteindelijk komen we aan bij een rivier en stappen we van de minibar over in een bootje om naar de overkant te gaan, daar krijgen we het warmste welkom ooit in een prachtig resort.

Het resort zelf is al een trekpleister, midden in de jungle met een grote boardwalk om het resort heen, staan een aantal houten hutjes. Het restaurant ligt aan de rivier en aan beide kanten is een klein zwembad gemaakt omringd door groen en uiteraard veel aapjes. Het pakket wat we hadden geboekt bevatte ook meerdere excursies per dag, veel tijd om bij het zwembad te liggen hadden we dus niet. De excursies waren voornamelijk met een traditionele kano door de smalle armen van de rivier op zoek naar wilde dieren, verschillende soorten apen en vogels. In de rivier zelf kon je op zoek naar kaaimannen die je graag in de gaten houden. Helaas hebben wij geen Orang Oetang gespot maar het personeel kon ons vertellen dat er wel een aantal in de buurt leven. Na 3 fantastische dagen in het regenwoud moesten we helaas weer afscheid nemen van deze bijzondere plek. Weer via Sandakan naar Kuala Lumpur om daar onze huurauto op te halen.

De eerste stop was Taman Negara, ook een regenwoud maar in het midden van Maleisie. We sliepen in een leuk resort, Mutiara Taman Negara resort en ook hier waren weer een aantal excursies inbegrepen. Waarschijnlijk waren we iets teveel verwend in Borneo want de plek is prachtig maar het kan niet tippen aan onze vorige bestemming. Vanuit dit hotel hebben we wel een mooie excursie per traditionele kano gemaakt naar de watervallen waar we, na een korte wandeling, konden afkoelen in een heerlijk riviertje. Ook een jungle toch met als eindpunt een canopybaan was inbegrepen en was fantastisch om te doen.

Na de jungle werd het tijd voor een andere omgeving en wel de Cameron Highlands. De highlands staan bekend om de theeplantages en de aardbeien kwekerijen. Dit gedeelte ligt vrij hoog en was daardoor ook een stuk koeler. Wij vonden het een beetje tegenvallen, mede door de mist en de regen, en zijn na 1 nachtje dan ook weer doorgegaan. Onderweg zijn we andere reisgenoten tegengekomen die dit deel juist een van de hoogte punten vonden.

Van de highlands naar de kust, Penang. Via een brug van meer dan 13 km kom je aan op het eiland Penang. Wij verbleven in Georgetown, een vrij grote stad. Georgetown staat bekend om zijn kwalitatief hoogwaardige restaurants maar sla ook de markt met de foodtrucks niet over! Verder is ook Georgetown weer een schone en moderne stad en het beste is om een fiets te huren (eventueel met gids) om de omgeving te verkennen. Omdat het aan zee ligt is het klimaat hier erg aangenaam.

Na Penang was onze laatste stop het bounty eiland Langkawi. Als je denkt aan witte stranden en helder water dan heb je al een goed beeld van dit eilandje. Wij kwamen hier vooral om te relaxen en hadden dan ook een heerlijk hotel geboekt, The Westin Langkawi Resort & Spa. Ons motto van deze dagen, niets moet en alles mag. We zijn nog een paar uurtjes “de stad” in geweest maar dat stelt niet zoveel voor. Wat wel echt een aanrader is, is om een jetski tour te boeken. Op deze manier kom je bij verlaten strandjes en als pluspunt neemt je gids een snorkel mee om de onderwater wereld ook nog te verkennen.

Al met al een heerlijke vakantie die soms typisch Aziatisch was maar soms ook heel erg Westers aanvoelde! Een bijkomend voordeel is dat in Maleisie iedereen perfect Engels spreekt, dit heeft uiteraard te maken met de geschiedenis van het land en maakt het soms net wat makkelijker dan communiceren met handen en voeten.