Het "andere" Tenerife

Karin van der Lei op 16 February 2016
Het is alweer een tijdje geleden dat ik de Canarische Eilanden heb bezocht en het eiland Tenerife, het grootste eiland van de zeven Canarische Eilanden, nog nooit. Op Tenerife is er een groot verschil tussen het noorden en het zuiden van het eiland. Zowel in klimaat als het landschap. De lucht die vanuit het noordoosten na de lange aanloop over de Atlantische Oceaan aankomt bij de bergen van Tenerife zijn verzadigd met vocht dat zich condenseert tot dikke wolken in het noorden. Door de hogere droge luchtlagen wordt voorkomen dat de wolken stijgen en naar het zuiden uitwaaien. Zo kan het gebeuren dat je in het noorden in de regen zit en in het zuiden op het strand. Het is daarom ook niet zo gek dat het noorden groen is met prachtige bloemen en bomen en het zuiden een stuk droger is met mooie stranden.

Veel mensen denken bij Tenerife aan drukke toeristische badplaatsen, weinig bezienswaardigheden en een droog binnenland. Niets is minder waar. Wist U dat er op Tenerife twee bezienswaardigheden op de Werelderfgoedlijst staan van UNESCO en dat het een paradijs is voor wandelaars, je walvissen kunt spotten en er heerlijke wijnen worden geproduceerd? Onze rondreis over het eiland begint in de plaats Vilaflor (“ik zag de bloem” ), één van de hoogste plaatsjes van heel Spanje. In elk seizoen bloeit er wel een bloem en de zuivere droge lucht geeft het de status als kuuroord. Vanuit Vilaflor rijden we langs een prachtige route naar boven en langzaam doemt de Pico de Teide voor ons op (3718 meter). Een kronkelige weg begroeid met hoge dennenbomen voert ons richting het Parque National del Teide (UNESCO). Soms waan je je zelfs in één van de Nationale parken van West Amerika.

We rijden naar het badplaatsje Los Gigantes (in de noordwesthoek van het eiland) met zijn enorme kliffen die uit zee omhoog rijzen. Vanuit hier kun je het beste met een taxi naar Masca rijden om door de Mascakloof te wandelen en per bootje weer terug te keren naar Los Gigantes. Een spectaculaire wandeling van 3,5 uur die je alleen kan doen met goed weer en goede wandelschoenen. Het idyllische bergdorp Masca, waar de wandeling begint, is een plaatje uit een boek! Het bergdorpje werd pas in 1996 door een weg verbonden met de buitenwereld. Een pittige wandeling maar de moeite waard!

In het noorden bezoeken we twee sfeervolle plaatsen; Garachico waar de tijd heeft stil gestaan met zijn twee prachtige pleinen en een ruige kust en Icod de Los Vinos, de stad van de Drakenbloedboom (typische boom van Tenerife) Hier is de oudste boom , 600 jaar, te bewonderen. Het even verder gelegen La Oratava ligt midden in het vruchtbare dal van de Valle de Oratava. De oude stad met de smalle straatjes en gezicht op de vallei en de Atlantische Oceaan in de verte is zeker een bezoek waard. Al is het alleen maar om de feodale balkonhuizen van de adellijke families, rijk geworden door suikerriet en wijn, te bewonderen. Vanuit La Oratava kronkelt er ook weer een mooie weg naar boven richting de Pico de Teide. Vanaf deze kant torent de vulkaan boven alles uit. Wij hadden het geluk een besneeuwde Pico de Teide te zien bij een felblauw gekleurde hemel. Volgens de bewoners komt dit niet vaak voor omdat de top meestal gehuld is in wolken. Wij hebben daarom veel geluk!

De oude hoofdstad vanTenerife, La Laguna, is een bisschops- en universiteitsstad die op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat en je zeker niet moet overslaan. Het historische centrum is verkeersvrij en het is heerlijk wandelen door de straatjes met de pastelkleurige huizen. Dat het een studentenstad is merk je aan de vele gezellige barretjes en restaurantjes waar je heerlijk en voordelig van tapas en wijn van het eiland kan genieten. Dit is de plek waar je zeker tapas moet gaan eten. De vele kerken en kloosters kunnen tijdens een 2 uur durende wandeling worden bezocht.

Vanuit La Laguna maken we een prachtige tocht door het ruige en spectaculaire Anagagebergte in het uiterste noordwesten van het eiland. Met brede haarspeldbochten kronkelt de weg omhoog met onvoorstelbare mooie miradores. Hier heb je uitzicht naar alle kanten; op de diep ingesneden valleien in het noorden, richting Santa Cruz (hoofdstad) in het oosten en de Pico de Teide in het zuidwesten. Ook hier weer veel wandelroutes. Beneden aan de kust liggen de kleine dorpjes Taganana en ,waar de weg niet verder gaat, Benijo. Hier is het heerlijk verse vis eten en te genieten van de ruige kustlijn.

Onze reis eindigt in de hoofdstad Santa Cruz de Tenerife. Hier kun je goed en voordelig winkelen en slenteren door het Parque Sanabria om daarna in één van de vele restaurantjes van de typisch Spaanse tapas te genieten.

Tenerife heeft mij verrast! Het is een eiland met een schitterende natuur, vriendelijke bevolking en een heerlijk klimaat. Je kan er prachtig wandelen en genieten van de pittoreske plaatsjes in het noorden. Het toeristische zuiden blijft voor de meeste mensen natuurlijk dé trekpleister i.v.m. het zonnige weer en de mooie stranden. Maar wie soms een regenbui en een dag bewolking voor lief neemt zal ik zeker aanbevelen het noorden te gaan bezoeken.