Santorini buiten het hoogseizoen: een ode aan rust, natuur en vergeten dorpjes

Leandra Zoulfoukaridis on 04 oktober 2025
Wanneer de zomerdrukte is verdwenen en de zon haar gouden gloed zachter over de Egeïsche Zee laat glijden, ontwaakt Santorini in zijn meest betoverende vorm. Het voor- en najaar brengen een kalme magie met zich mee die je niet vindt in de hectiek van juli en augustus. Dit is het moment waarop het eiland zijn ware ziel toont: een plek van stille schoonheid, eeuwenoude geschiedenis en dorpen waar de tijd lijkt stil te staan.

De natuur is weelderig in het voorjaar, met wilde bloemen die de hellingen kleuren en een frisse bries die door de wijngaarden waait. In het najaar is het licht zachter, de lucht helder, en de zonsondergangen zijn dan ronduit spectaculair. Vanaf de kliffen van Imerovigli of het stille strand van Vlychada zie je de zon langzaam verdwijnen in een zee van oranje, roze en paars, een dagelijks ritueel dat nooit verveelt.

Maar het echte Santorini ontdek je pas als je de gebaande paden verlaat. In het binnenland liggen dorpjes als Pyrgos, Emporio en Megalochori, waar smalle steegjes je leiden langs witgekalkte huizen, stille pleintjes en lokale tavernes waar de tijd lijkt stil te staan. Hier hoor je geen toeristenmassa, maar het zachte geroezemoes van dorpsbewoners, het klokken van geiten en het ritselen van olijfbomen in de wind.

Een absolute must voor de liefhebber van geschiedenis en uitzicht is een wandeling naar Antiek Thira, gelegen op de berg Mesa Vouno. De klim is pittig, maar de beloning is groots: ruïnes van een oude stad die ooit het hart van het eiland vormde, met een panorama dat je de adem beneemt. Je kijkt uit over Kamari en Perissa, en op heldere dagen kun je zelfs de contouren van naburige eilanden zien.

Ook de bekende dorpen Fira, Imerovigli en Oia verdienen een bezoek, juist in het laagseizoen. De steegjes zijn rustiger, de uitzichten even adembenemend, en je hebt alle tijd om te genieten van de architectuur, kunstgalerijen en terrasjes met uitzicht op de Caldera. Vanuit deze dorpen kun je ook een boottocht maken langs de Caldera, waarbij je vaart langs vulkanische eilanden en warmwaterbronnen, een unieke manier om Santorini vanaf het water te ervaren.

En dan is er nog de smaak van Santorini. Het eiland staat bekend om zijn unieke wijnteelt, waarbij druiven groeien in lage, kransvormige struiken. Een techniek die bescherming biedt tegen de wind en zon. De vulkanische bodem geeft de wijnen een uitgesproken karakter. Proef zeker de Assyrtiko, een frisse witte wijn die perfect past bij de lokale keuken. Bezoek een van de vele wijnhuizen verspreid over het eiland, waar je kunt deelnemen aan proeverijen en meer leert over de eeuwenoude wijntraditie.

Die keuken is een feest van eenvoud en smaak. Denk aan fava (gele spliterwtenpuree), tomatokeftedes (tomatenbeignets), en gegrilde octopus geserveerd met citroen en olijfolie. In een traditionele taverne, met uitzicht op de wijngaarden of de zee, smaakt alles net iets beter. Hier proef je niet alleen het eten, maar ook de geschiedenis en het ritme van het eiland.

Santorini in het laagseizoen is een ervaring voor de zintuigen én de ziel. Het is een uitnodiging om te vertragen, te dwalen en te ontdekken. Geen rijen, geen haast. Alleen jij, het eiland en de verhalen die in elke steen, zonnestraal en wijnrank verborgen liggen.