Zuid Afrikaanse "pajamakameel"
Het Afrikaans is een hele leuke en grappige taal! Ik zelf stel het altijd erg op prijs als toeristen een paar woordjes Nederlands kunnen, dus zelf leer ik ook altijd een stel woorden in de lokale taal om te gebruiken tijdens de gespreken met lokale inwoners.
Het huidig gesproken Afrikaans is ontstaan uit de 17e eeuwse Oudhollandse spreektaal, inclusief de Vlaamse invloeden. In 1652 stichtte Jan van Riebeek, namens de VOC, een verversingspost op Kaap de Goede Hoop. Dit was het begin van de Afrikaanse taal, dat de rondtrekkende boeren hebben vereenvoudigd tot het huidige Afrikaans.
Veel plaatsnamen zijn een samenstelling van Nederlandse woorden, zoals Welgevonden, Knorhoek, Warmbad, Rooipoortjie, Oorlogspoort, Soutpan, Tietiesbaai, Langverwacht en Volmoed. En in deze plaatsen vind je dan o.a. de straatnamen Helpmekaar straat, Suikerbossie rylaan, Jordaan straat, Keeromstraat, Afmarsweg en Keerweder straat.
Enkele Afrikaanse woorden die tijdens een rondreis goed van pas komen zijn:
baie dankie = dankjewel
samblief = alsjeblief
dagsê = goedendag
naandsê = goedenavond
En natuurlijk kunnen de dierennamen die tijdens een safari gebruikt worden niet ontbreken:
bobbejaan = baviaan
grootvoetbees = olifant
kameelperd = giraffe
kraagmannetjie = leeuw
plantvreter = herbivoor
verkleurmannetjie = kameleon
pantserhond = krokodil
renoster = neushoorn
rivierperd = nijlpaard
erdmannetjie = stokstaartje
pajamakameel = zebra
Wil je nou nog Afrikaans leren, lees dan het boek Afrikaans met een Knipoog voor de leukste woorden, uitdrukkingen en zegswijzen van de Afrikaanse taal.